Frans Struyf, 10 augustus 1918

Bijna elke nacht zien wij recht voor ons de Kemmelberg in vuur en vlam staan. Op een avond, wij willen net onze soep drinken, worden wij weer duchtig gebombardeerd door het geschut met brandende obussen. Een obus valt op de koer van ons kantonnement en we zijn verplicht om het bos in te vluchten. Het is al laat want het bos is pikdonker. Daar zijn de vliegers weer, klaar om aan te vallen. Door de duisternis kunnen we het gevaar moeilijk oriënteren. Een bom valt, en het bos licht op als een kerstboom. Een tweede en derde bom volgen snel en verblinden ons. Waar wij ook vluchten, we zien geen steek voor onze voeten. Mijn arme makkers vluchten langs alle kanten. Een vierde bom valt. Al kruipend maak ik mij uit de voeten. Ik moet al ver zijn geraakt, mijn knieën doen pijn van het stoten tegen stenen en wortels. Op de blinde tast leg ik mijn rechterhand op het ijskoude gelaat van een dode strijdmakker, terwijl ik mijn linker vast klauw in een boel van slijm en vet, waarschijnlijk de ingewanden van een daar liggend lijk. Meer dood dan levend, verander ik van richting en kruis mijn handen af aan het gras. Nauwelijks enige meters verder gekropen viel ik plots in een diepe put ol water.  Ik durfde mij niet meer bewegen en bleef meer dan een uur geruisloos zitten, met het water tot aan de knieën, wachtend tot de laatste Duitse vliegtuigen verdwenen. Ik doe mijn ogen dicht en al wenend denk ik aan mijn vrouw en kinderen. Oef! Eindelijk, geen geluid meer. Ik steek opgelucht een lucifer aan en stel vast dat ik in een loopgraaf ben terechtgekomen. Deze verdedigingsgracht loopt al kronkelend door het bos. Ik volg de loopgraaf, niet wetende waar ik mij juist bevind. Ik besluit dus maar om in de loopgracht te blijven tot het aanbreken van een nieuwe ochtend. Ik wring de pijpen van mijn broek uit en zet mij goed en veilig, wachtend tot de ochtend komt. Eens ochtend, zet ik mijn tocht verder. Om 6 uur hoor ik in de verte een klaroen blazen. Aan het geluid hoor ik dat een Belgische soldaat het muziekstuk bespeelt. Ik spoed me dus nog wat meer. Na een tijdje zie ik voor mij een verharde weg oprijzen en niet veel later bereik ik opnieuw mijn standplaats. Ik trek nieuwe kleren aan en doe me tegoed aan een warme tas koffie terwijl mijn makkers vrolijk lachen wanneer ik hen mijn nachtelijk avontuur toevertrouw.

Plaats een reactie