HAASDONK

Tussen 1909 en 1912 verrijst in Haasdonk een fonkelnieuw pantserfort dat is uitgerust met de modernste bewapeningstechnieken en de meest vuurkrachtige artillerie. Het Fort van Haasdonk, dat onderdeel vormt van de verdediging van de Vesting Antwerpen (Nationaal Reduit) op de Linkerscheldeoever, zal voor lange tijd een militaire aanwezigheid dicteren in het landelijke Haasdonk. Bij aanvang van de mobilisatie in augustus 1914 wordt het fort van Haasdonk op volle getalsterkte gebracht: 350 artilleristen, infanteriesoldaten en hulpdiensten bemannen het fort. Om een beter schutsveld te krijgen, slechten Belgische genietroepen meer dan 75 boerderijen en huizen in de nabijheid van het fort. De onteigende landbouwers krijgen geen schadeloosstelling en moeten elders in Haasdonk hun verblijf zoeken.

Belgische soldaten in het fort van Haasdonk, zomer 1914. Foto Camiel Van de Velde. Collectie Guido Hullebroeck.

In het nabijgelegen klooster van de Zusters van Kindsheid Jesu, gelegen op het dorpsplein van Haasdonk, richt het Belgische leger tijdens de eerste oorlogsmaanden een krijgshospitaal in. Daar worden meer dan 117 soldaten verpleegd. Voor één artilleur Romain Lahaye, komt echter alle hulp te laat. Hij laat het leven bij een werkongeval en wordt begraven op het kerkhof van Haasdonk. Het eerste Haasdonkse oorlogsslachtoffer is hiermee een feit. Tot 8 oktober 1914 verblijven verschillende Belgische soldaten in Haasdonk. Intussen bestoken de Duitse strijdkrachten Antwerpen en proberen ze via de Durme het Waasland in de tang te nemen. In de nacht van 9 op 10 oktober 1914 ontsnappen enkele garnizoenssoldaten uit het fort van Haasdonk, onder hen ook de Antwerpse schilder Rik Wouters. Op 10 oktober geeft kommandant Van Loo het fort van Haasdonk noodgedwongen over aan de Duitsers. De resterende Belgische soldaten worden als krijgsgevangenen afgevoerd naar Antwerpen. Hiermee komt er een einde aan de oorlogsfase.

Meteen na de overgave van het fort nemen de Duitsers ook hun intrek in het klooster van Haasdonk. Pas op 2 november 1914 kunnen de lessen in de school terug hervatten. De twee laatste bewaarklassen (de kleuterschool) blijven tot 1917 gesloten. Volgens de Haasdonkse pastoor Fredericus de La Croix, die de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog nauwkeurig bijhield in een dagboek, kent zijn dorp een bezetting van 500 tot 1000 koppen. Op een totale populatie van zo’n 3000 inwoners (anno 1910) is dat heel wat. Haasdonk krijgt ook een eigen Ortskommandantur, dat wil zeggen dat het een eigen Duitse bestuursorganisatie krijgt. Pruisische en Beierse soldaten wisselen elkaar af beurtelings af. Met de Beierse katholieken valt goed samen te leven. Maar de Pruisen dat is heel wat anders: zij zijn van Protestantse strekking en worden als zeer autoritair ervaren. Zo laat de Pruisische Unterhauptmann Grimm, een man die zijn naam niet gestolen heeft, in januari 1915 een verbod instellen op het luiden van de kerkklok, simpelweg omdat het gebeier van de klokken hem irriteert. De Duitse militaire aanwezigheid zorgt voor veel kopzorgen in het rustige Haasdonk. In 1915 volgen verschillende huiszoekingen in de pastorij van Haasdonk. De Duitsers zijn op zoek naar kwalijke literatuur (de herderlijke brieven van kardinaal Mercier) die hen in een slecht daglicht stelt. Echter ze vinden niets dat de pastoor schuldig maakt.
Met de openbare zedelijkheid in Haasdonk gaat het volgens de pastoor van kwaad naar erger, het is vooral de wijvenlust der Duitschers en hunne bereidwilligheid om danspartijen en bals (dat hier altijd door geestelijke en burgerlijke overheden streng verboden was) toe te laten die de pastoor een spreekwoordelijke doorn in het oog is.

Officieren van de Westabschnitt Antwerpen poseren in een rijwagen voor het gemeentehuis van Haasdonk. De man rechts vooraan is vermoedelijk Ortskommandant Max Reiher. Foto Camiel Van de Velde. Collectie Guido Hullebroeck.

Begin 1917 wordt de burgemeester van Haasdonk, Aloïs Boeÿé, een tijdlang gevangen gezet in Sint-Niklaas. In datzelfde jaar bouwen de Duitsers ook een bunkerlinie van Steendorp in het zuiden tot Vrasene in het noorden. Verschillende arbeiders uit de buurt worden opgevorderd om aan deze militaire installaties te werken.

Naarmate de bezetting aanhoudt, geraken steeds meer flamingante Haasdonkenaren overtuigd dat samenwerking met de Duitse bezetter de beste garanties biedt op de sociale, culturele en economische ontvoogding van de Vlaming. Deze ideologie, ook het activisme geheten, wordt in Haasdonk verspreid door dokter Alfred Elewaut, die met pamfletten en het opzetten van symbolische acties (o.m. ondersteuning van Haasdonkse krijgsgevangenen) probeert om de Haasdonkenaren te overtuigen van de goede zaak. Op 15 september 1918 vindt in Haasdonk zelfs een ‘Vlaamse meeting’ plaats. Onder de aanwezigen zijn o.m. August Borms en de overgelopen Belgische officieren de Schaepdrijver en Carpentier.

Eén jaar na de bevrijding, op 19 en 20 oktober 1919, vinden in Haasdonk grote bevrijdingsfeesten plaats. Terreur heeft nu plaatsgemaakt voor vreugde en de wens op vrede. Op het dorpsplein wordt een overwinningsboom geplant. Plaatselijke fanfares begeleiden praalwagens waarop verschillende scènes uit de bezettingsperiode van Haasdonk worden afgebeeld (de Duitse officieren worden karikaturaal opgevoerd). Ook zo rekent Haasdonk af met zijn verleden.

Het ongelukkige schietincident op het schooltje van Haasdonk

Op 28 december 1914 vindt er op het schooltje van de zusters van Kindsheid Jesu in Haasdonk een heus drama plaats. De school wordt sinds het begin van de bezetting in oktober 1914 ingepalmd door Duitse soldaten. Een ingekwartierde Duitse onderofficier laat per ongeluk zijn geweer afgaan. De afgedwaalde kogel treft in het aanpalende klaslokaal de zesjarige Maria van Acker (1907-1914). Zij overlijdt ter plaatse. Iedereen is in shock. Om de gerechtelijke instanties de kans te geven het overlijden van het jonge kind nader te onderzoeken wordt het lijkje van Maria twee dagen lang opgebaard in het klaslokaal. Maar het gerecht komt niet ter plaatse. Daarom spreken kritische stemmen van een ‘doofpotaffaire’. Ook de Duitse officieren zijn emotioneel getroffen door het treurige gebeuren; zij zamelen geld in voor de getroffen ouders om de begrafenis te kunnen betalen. De eredienst in de kerk van Haasdonk wordt druk bijgewoond door parochianen en soldaten.

Bidprentje van Maria Van Acker, omgekomen door een Duitse kogel in het schooltje van Haasdonk op 28 december 1914, enkele dagen voor haar zevende verjaardag.