Kallo

Gravin Maria, 20 juli 1917

Mijn lieve René

Ik heb zopas je laatste brief ontvangen. In afwachting van een uitgebreider antwoord, schrijf ik je snel een paar woorden om je te laten weten dat mijn hart en mijn gedachten bij jullie twee zijn en jullie geen moment verlaten.
Het nieuws dat je voor me hebt, doet me veel pijn … Vetel mijnheer Van Pée asjeblieft dat we hier met zijn allen hartstochtelijk bidden voor zijn herstel. Jou vergeten we evenmin, mijn lieve René: we smeken het heilig hart om over je te waken… Terwijl ik dit briefje schrijf, hoor ik de kanonnen in jouw omgeving gevaarlijk bulderen… De onrust zal me vannacht wakker houden, vrees ik. Dat God jullie allebei mag beschermen!
Ik omhels je met al mijn liefde

Je tante Maria

E.H. De la Croix, 17 oktober 1916

Een bijzonder bericht is mij ter ore gekomen: naar het schijnt proberen hoe langer hoe meer Duitse soldaten de Nederlandse grens te overschrijden om zo aan het juk van hun eigen leger te ontsnappen. Het fort Sint-Marie te Kallo is bezet door de Duitse marine die toezicht uitoefent over de scheepvaart op de Schelde. Ergens vorige week is, naar men vertelt, in de vroege ochtend een sloepje met zeven Duitse matrozen van dit fort de Schelde afgevaren. Het vaartuig liep echter vast ter hoogte van Nieuw Namen, net voorbij de Nederlandse grens. Enkele boeren die hun akkers in de Hedwigepolder aan het bewerken waren, zagen het gebeuren en verwittigden de Nederlandse grenswachters. Die kwamen snel ter plaatse en haalden het sloepje naar de wal. De Duitse matrozen verklaarden uit koers te zijn geslagen door de mist. Toen zij echter de keuze kregen om ofwel terug te keren naar België ofwel geïnterneerd te worden in Nederland, kozen ze voor internering. Alleman is ervan overtuigd dat zij met opzet hun koers waren verloren. Wat denkt u ervan, waarde lezer?