Beveren

Gravin Maria, 28 december 1915

Mijn lieve René

Van harte gefeliciteerd met het goede resultaat dat je behaald hebt op je examen. Je bent zeker gelukkig terug te zijn in Auvours? Toch doodjammer dat je niet naar Folkestone bent kunnen afreizen!
Ik heb via via meer nieuws uit Beveren ontvangen. Het schijnt dat de Duitsers nog steeds Beveren bezet houden. Ze willen dat wij en oom Charles en tante Phina naar huis terugkeren. Er is iets voor te zeggen, want we moeten dringend problemen gaan oplossen. Niemand durft tijdens onze afwezigheid belangrijke beslissingen te nemen. Tante Phina laat me weten dat oom Charles vastbesloten is om volgend jaar in maart of april terug te keren. Dat is nog lang natuurlijk! Wie weet in welke staat we onze eigendommen tegen dan zullen terugvinden. Wij maken ons zorgen, en tante Phina en oom Charles ook!
Onze kleine Ladislas heeft zijn eerste communie gedaan in de middernachtmis. Hij heeft heel speciaal voor jou gebeden. De kapel was goed gevuld: 31 aanwezigen en je nichten en neven hebben kerstliederen gezongen, begeleid door het harmonium. Heel geslaagd overigens! Op kerstdag was de hele familie (kleine François incluis) voor het vieruurtje uitgenodigd bij de korpsgeneraal die hier woont. We waren allemaal diep onder de indruk van een prachtige kerstboom bedolven onder de pakjes voor ons, voor de kinderen, voor monsieur en mademoiselle Simons en voor alle personeelsleden.
Ik ben benieuwd te vernemen hoe jij het kerstfeest in Auvours hebt gevierd?

Liefdevolle groeten van je oom en neven en nichten.
Tante Maria

Gravin Maria, 19 oktober 1915

Kasteel Couthof langs de huidige Couthoflaan gefotografeerd omstreeks 1900. Rond de vorige eeuwwisseling werd het kasteel bewoond door burgemeester baron Raoul Mazeman (Privécollectie; 'Westhoek verbeeldt') http://www.westhoekverbeeldt.be/afbeelding/7828e306-bbc5-11e3-a96f-7f03de76d281

Kasteel Couthof langs de huidige Couthoflaan gefotografeerd omstreeks 1900 (Privécollectie; ‘Westhoek verbeeldt’) http://www.westhoekverbeeldt.be/afbeelding/7828e306-bbc5-11e3-a96f-7f03de76d281

Lieve René,

Ik heb je onlangs een lange brief geschreven, maar ik begrijp uit je kaartje dat je die niet hebt ontvangen. Ik zal er moeten op letten om je meer banale nieuwtjes te sturen, want de censuur wordt hier steeds strenger. En dat is best begrijpelijk, gezien de omstandigheden.

Samen met de baron en de barones de Maeseman – onze buren – zijn wij de enige overgebleven kasteelbewoners in het kleine vrije België. Alle anderen zijn gedwongen geweest te vertrekken. Ik hoop dat we hier tot het einde van de oorlog kunnen blijven!

Mijnheer Simons vertrekt in de loop van volgende week naar het opleidingskamp en Raymond zou hem maar wat graag volgen. Hij is echter nog zo jong (16 jaar en 5 maanden), dus zal je oom zijn best doen hem van dat idee af te brengen. Raymond zelf droomt er echter van om zijn leraar te volgen, helemaal tot bij de artillerie.

Af en toe krijgen we op De Lovie het bezoek van jonge mannen uit Beveren die in de loopgraven zitten. We zien hen heel graag komen, want we leven hier ten slotte te midden van vreemden!

Tante Maria

Raoul Emmanuel Lucio François-Xavier, baron de Mazeman de Couthove (1854-1923), was burgemeester van Proven in opvolging van zijn vader Jules Maziman (1811-1879). Hij trouwde in 1889 met Mathilde van Outryve d'Ydewalle (1867-1945), dochter van senator en volksvertegenwoordiger Eugène-Edouard. (Privécollectie)

Raoul Emmanuel Lucio François-Xavier, baron de Mazeman de Couthove (1854-1923), was burgemeester van Proven in opvolging van zijn vader Jules Maziman (1811-1879). Hij trouwde in 1889 met Mathilde van Outryve d’Ydewalle (1867-1945), dochter van senator en volksvertegenwoordiger Eugène-Edouard. (Privécollectie)

Gravin Maria, 23 september 1915

Mijn lieve René,

Ik ben blij dat je nog steeds gezond en wel bent! Van harte gefeliciteerd met je bevordering tot korporaal: je zult Auvours nu wel heel snel verlaten, niet?

Met ons gaat ook alles goed, hoewel de Engelse soldaten ons leven beheersen. Voor Raymond en Joseph is dat helemaal niet erg. Zij beleven de tijd van hun leven. Zij laten geen gelegenheid voorbijgaan om de soldaten op te zoeken, trekken af en toe een kaki-uniform aan en gaan dan aan de haal met een paard van de officieren. Ze kunnen allebei makkelijk doorgaan voor een jonge officier. We ontvangen geregeld nieuws uit Folkestone. De kinderen zijn er wat ziek geweest, maar niets ernstig. De schoolvakantie is er net afgelopen. De oudsten volgen nog steeds de lessen aan het klein katholiek Belgisch college. De vier andere scholieren zijn extern op het pensionaat van St. Mary. Met het weer is het nog goed gekomen. Ze genieten van een mooie nazomer wat bij tante Phina vooral heimwee naar huis teweegbrengt. Veel Belgen vertrekken uit Folkestone naar Frankrijk. Ze zijn bang voor een tweede winter aan de natte Engelse kust. Tante Phina ontvangt blijkbaar geregeld post uit België. In Beveren is alles relatief rustig, afgezien van de Duitse bezetting uiteraard. Tante Maria en oom Georges Vilain XIIII verblijven in Bazel en zijn er heel tevreden.

Duizend zoenen van ons allen,

Tante Maria

E.H. De la Croix, 21 september 1915

SC_2015_24_003_Prosperhoeve

De Prosperhoeve was eigendom van Engelbert-Marie uit het adellijk huis van Arenberg (1872-1949). Van oorsprong een Duits geslacht werden de Arenbergs tijdens de Eerste Wereldoorlog verdacht van vijandige sympathieën. Na de oorlog werd Prosperpolder daarom door de Belgische staat onder sekwester geplaatst (collectie Guido Hullebroeck).

Ik liet u in mijn bericht van vorige maand weten dat hier geruchten de ronde deden over een afsluitingsdraad die de Duitsers te Kieldrecht langs de Nederlandse grens hebben geplaatst en over Kieldrechtenaren die uit hun huizen werden gezet. Wel, ik vernam onlangs dat al in de maand juli een gelijkaardige draad in Prosperpolder zou geïnstalleerd zijn. De Duitsers hebben die draad onder elektriciteit gezet. Dat is iets waarmee de meeste van onze mensen nog niet vertrouwd zijn, en daarom levensgevaarlijk! Het fijne weet ik er nog niet van, maar desondanks vrees ik dat het daar aan de grens niet goed zal aflopen …

Gevaarlijke spelletjes aan den Depot

Het huidige Rijksarchief te Beveren is sedert 1964 gehuisvest aan de Kruibekesteenweg, in de panden van de voormalige legerkazerne van Beveren-Waas. De gebouwen werden opgetrokken tussen 1881 en 1883. In eerste instantie herbergden ze het depot van de 7de en 8ste Linieregimenten. Vanaf einde 1913 gaven ze onderdak aan het depot van de cavaleriedivisie. Niet verwonderlijk dus dat de kazerne in de volksmond al snel bekend stond als den Depot.

Prentbriefkaart van den Depot, verstuurd in augustus 1914 (collectie Kurt Ivens)

Prentbriefkaart van den Depot, verstuurd in augustus 1914 (collectie Kurt Ivens)

In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog woonde blokmaker Jacobus Franciscus Smet met zijn echtgenote Maria Leonie Reyns in de Kleine Armstraat (nu de H. Consciencestraat), op een boogscheut van den Depot. Maria Leonie was kantwerkster, maar in hun woning hield ze samen met Jacobus Franciscus ook een herberg open. Op 6 december 1912 beviel ze van een derde dochtertje. De geboorte verliep verre van vlekkeloos en het kindje stierf twee dagen later. De komst van een zoontje op 30 maart 1914 wist het verdriet enigszins te verzachten. De oorlog brak dit nieuwe prille gezinsgeluk echter bruusk af: Jacobus Franciscus werd gemobiliseerd en naar het front gestuurd. Maria Leonie stond alleen voor de zorg over drie kleine kinderen: baby Louis en zijn twee oudere zusjes, namelijk de vijfjarige Maria Germana en de driejarige Paula Maria, geboren op 13 september 1911.

Het gezin Smet-Reyns omstreeks 1917. Van links  naar rechts Maria Germana, moeder Maria Leonie, Isidoor Louis en Paula Maria. In de inzet bovenaan rechts is vader Jacobus Franciscus ingewerkt, op dat ogenblik frontsoldaat. (collectie Kurt Ivens)

Het gezin Smet-Reyns omstreeks 1917. Van links naar rechts Maria Germana, moeder Maria Leonie, Isidoor Louis en Paula Maria. In de inzet bovenaan rechts is vader Jacobus Franciscus ingewerkt, op dat ogenblik frontsoldaat. (collectie Kurt Ivens)

De kleine Paula vond er in de loop van de oorlogsjaren groot plezier in om samen met een hoop andere kinderen uit de buurt te ravotten op het grasveld naast den Depot. In een aangrenzend gebouw hield de Duitse bezetter gevangenen vast. Paula Smet vertelde later graag over Duitse soldaten met pinhelmen die aan de ingang van den Depot op wacht stonden en de gevangenen bewaakten. Deze laatsten hielden de spelende kinderen nauwgezet in het oog en amuseerden er zich mee om hen uit de ramen allerlei prullaria toe te werpen in de hoop dat ze ze zouden oprapen om ermee te spelen. Op dat bewuste graspleintje parkeerden de Duitsers ook hun rollend materieel, waaronder nogal wat karren en wagens. De kinderen zagen hierin intrigerende speeltuigen en hielden ervan de karren te beklimmen, er af te glijden en er van af te springen.

Hoe het precies gebeurd is, kon later geen kind meer navertellen, maar op zekere dag was de kleine Paula nietsvermoedend al spelend onder een rijdende wagen gesukkeld die vervolgens over haar kleine lichaampje reed. De kwetsuren waren het zwaarst aan haar beentjes. Het bloed gutste uit de verwondingen. De Duitse militairen die de wagen verplaatsten, brachten hem onmiddellijk tot stilstand. Ze haalden Paula onder de wielen uit en droegen haar snel het hoofdgebouw binnen. Daar kreeg ze de nodige zorgen toegediend door een Duitse legerarts, die een diepe vleeswonde in een van haar benen vaststelde.

Na het incident schreven de militairen een omstandig verslag van de gebeurtenissen en stuurden dat door naar de plaatselijke Kommandantur gevestigd in het toenmalige kasteel Molenberg in de Zandstraat. Even later werd moeder Maria Leonie bij de Ortskommandant ontboden, wellicht om haar een stevige uitbrander te geven. Daarop kondigde de Duitse bezetter strenge maatregelen af: voortaan was het alle kinderen verboden ook maar in de buurt van den Depot te komen, laat staan er te spelen.

Paula Smet heeft haar hele leven met een ‘gat’ in haar been verder gemoeten, echter zonder dat het haar al te veel hinder heeft bezorgd. Ze is gestorven op 10 maart 1991.

Paula Maria Smet als tienjarig communicantje in 1921. (collectie Kurt Ivens)

Paula Maria Smet als tienjarig communicantje in 1921. (collectie Kurt Ivens)

Paula Smet was de grootmoeder van Kurt Ivens, leverancier van dit verhaal en de bijhorende foto’s.