Haasdonk

E.H. De la Croix, 9 februari 1917

Waarde lezers,
De prille dag heeft – eindelijk – goed nieuws gebracht en misschien wel een sprankeltje hoop: onze geachte burgemeester, die enkele dagen geleden door de Duitsers in Sint-Niklaas was gevangen gezet, is weer op vrije voeten. Hij is gisteren gezond en wel teruggekeerd naar Haasdonk. Voorwaardelijk, wel te verstaan. Hij dient nog te verschijnen voor de Duitse militaire rechtbank in Antwerpen. Laat ons bidden dat hij daar geheel en al zal worden vrijgesproken. Ik houd u op de hoogte.

 

E.H. De la Croix, 5 februari 1917

Dierbare lezers,

Gisteren, zondag 4 februari, werd onze achtbare burgemeester de heer Aloïs Boey, door de Duitsers opgepakt in Haasdonk. Ze hebben hem weggevoerd hem naar Sint-Niklaas, waar hij werd opgesloten in de gevangenis. De reden, vraagt u me? Daarover bestaat niet de minste twijfel: zijn vaderlandsliefde.

Eens te meer zijn mijn parochianen in shock…

E.H. De la Croix, 23 januari 1917

Nu heeft ook de gemeente Vrasene een geldboete opgelegd gekregen van de Duitsers. Meer zelfs, de gemeente heeft er twee gekregen. Maar liefst 6.500 mark omdat niet alle opgeëiste jonge mannen zich hebben aangemeld – en naar men vermoed gevlucht zijn. De tweede boete bedraagt 4.000 mark, opgelegd omdat de telefoondraden op het grondgebied van Vrasene zijn weggehaald. Het gerucht loopt echter dat de Duitsers ze zelf hebben doorgesneden: daar zouden ooggetuigen van zijn. Hoe meer sabotagedaden ze in de schoenen van de gewone burger kunnen schuiven, hoe meer huiszoekingen ze kunnen doen en hoe meer geldboetes ze kunnen opleggen. Daar zit een plan achter, wat denkt u daarvan?
Ondertussen maken ze het de gewone burger bijna onmogelijk nog te communiceren met de buitenwereld: wie een briefkaart wil versturen, mag er niet meer dan 10 regels op schrijven. Een brief mag hoogstens vier blaadjes bevatten, op elk blad mogen niet meer dan 10 regels geschreven staan. Een dringende brief moet in telegramstijl opgesteld zijn. Brieven met dubbele omslagen zijn verboden evenals dicht gekleefde omslagen. Wie deze richtlijnen overtreedt, mag geen brieven meer versturen noch ontvangen. Maar wees gerust waarde lezer, mijn informatie komt niet tot bij mij in geschreven vorm. Hoe dat verloopt, kan ik u echter nog niet vertellen. Later misschien, als die Duitsers eindelijk verslagen zullen zijn en ons dierbaar vaderland weer vrij!

E.H. De la Croix

Haasdonk en het omliggende beleefde een trieste Kerstdag.
Het is nu officieel: de Duitse regering heeft de gemeenten Doel en Kieldrecht verantwoordelijk gesteld voor het deserteren van vele dienstplichtige mannen. De meesten zijn naar Nederland kunnen ontkomen, zoals ik u al eerder berichtte. De twee gemeenten moeten elk een boete van 3000 mark betalen. Terwijl zij het geld bij elkaar brengen, word ik hier clandestien op de hoogte gebracht van het nieuws dat de burgemeester van Melsele, de heer Joseph ‘s Heeren, gisteren is aangehouden en gevangen gezet. De gemeente slaagde er niet in de door de Duitsers vereiste hoeveelheid aardappelen te leveren. Hoe lang moeten we dit erbarmelijke bestaan en deze waanzinnige bezetting met zijn allen nog verdragen en volhouden?

E.H. De la Croix, 17 oktober 1916

Een bijzonder bericht is mij ter ore gekomen: naar het schijnt proberen hoe langer hoe meer Duitse soldaten de Nederlandse grens te overschrijden om zo aan het juk van hun eigen leger te ontsnappen. Het fort Sint-Marie te Kallo is bezet door de Duitse marine die toezicht uitoefent over de scheepvaart op de Schelde. Ergens vorige week is, naar men vertelt, in de vroege ochtend een sloepje met zeven Duitse matrozen van dit fort de Schelde afgevaren. Het vaartuig liep echter vast ter hoogte van Nieuw Namen, net voorbij de Nederlandse grens. Enkele boeren die hun akkers in de Hedwigepolder aan het bewerken waren, zagen het gebeuren en verwittigden de Nederlandse grenswachters. Die kwamen snel ter plaatse en haalden het sloepje naar de wal. De Duitse matrozen verklaarden uit koers te zijn geslagen door de mist. Toen zij echter de keuze kregen om ofwel terug te keren naar België ofwel geïnterneerd te worden in Nederland, kozen ze voor internering. Alleman is ervan overtuigd dat zij met opzet hun koers waren verloren. Wat denkt u ervan, waarde lezer?

Duitse bezetter weigert de gemeentesecretaris van Haasdonk toelating om fiets te gebruiken (1915)

Op 10 november 1915 beslist de Pas-centrale in Antwerpen, het officiële Duitse bureau bevoegd voor het verstrekken van allerlei toelatingen en vergunningen voor transport en verkeer, om de aanvraag van Petrus Van Den Steen, gemeentesecretaris van Haasdonk, tot het gebruik van een fiets (Fahrradpassierschein), niet in te willigen (GAB WOI_archief-Haasdonk)

E.H. De la Croix, 22 augustus 1916

Mijn parochie zindert van verontwaardiging. Leo Elewaut, een vaderlandslievende jongeman uit een gerespecteerde familie van alhier, is drie dagen geleden omwille van zijn overtuiging en zijn liefde voor onze koning en ons land, naar Duitsland weggevoerd. Hij is de zoon van de betreurde Theofiel Elewaut, onze plaatselijke geneesheer die in de eerste maanden van deze vermaledijde oorlog zijn echtgenote volgde tot bij Onze Lieve Heer. Leo is de jongste zoon van het gezin, werkelijk een voorbeeldige student. Al mijn parochianen bidden voor zijn veilige terugkeer. Wie weet wanneer en in welke gezondheidstoestand we hem hier in Haasdonk zullen terugzien. Zullen we hem ooit nog terugzien?

Eerwaarde De la Croix, 18 juli 1916

De voedselbevoorrading wordt voortdurend moeilijker. Mijn gelovigen lijden steeds meer honger. Ze ondervinden hoe langer hoe meer problemen om hun kinderen en onze ouderlingen te voeden. Ook in andere parochies wordt de toestand onhoudbaar. Blijkbaar is zelfs de burgemeester van Hulst gealarmeerd. Op welke manier is me niet duidelijk. In elk geval – zo wordt toch verteld als de Duitsers niet in de buurt zijn – heeft de burgervader van Hulst zich in het gezelschap van enkele bakkers naar de grensovergang bij Kapellebrug begeven om met enkele Wase burgemeesters en de bezetter te onderhandelen over de levering van brood aan het Waasland. De verschillende partijen zouden tot een akkoord zijn gekomen: de Hulsterse bakkers mogen brood leveren aan de parochies van het Land van Waas. Afwachten of ook mijn arme parochianen van die neuwe regeling zullen kunnen meegenieten.

E.H. De la Croix, 20 juni 1916

Het is alweer enige tijd geleden dat ik u nog een bericht stuurde, waarde lezer. Hier in Haasdonk gebeurt niet meer zoveel, het leven gaat hier zijn bezette gang. Ik hang dus af van informatie die me van elders uit onze streek bereikt. Dat is niet eenvoudig, altijd clandestien, zonder dat de Duitsers hiervan lucht krijgen en steeds onregelmatig.

Deze week is mij ter ore gekomen dat in het uitgesperde gedeelte van Prosperpolder alle weerbare mannen – dat zijn diegene tot de leeftijd van 45 jaar – zich om de twee weken bij de Duitsers moeten aanmelden. Ze moeten hun eenzelvigheidsbewijs meebrengen om te laten afstempelen. Die controle dient om te beletten dat die mannen via Holland het Belgische leger zouden proberen te bereiken.
Met de voedselvoorziening is het er erbarmelijk gesteld. De parochianen van confrater Van Haelst mogen niets invoeren vanuit Holland. Daarom is er een plaatselijk Comiteit opgericht waarlangs alles moet geschieden. De mensen vragen zich werkelijk af waarom den elektrieken draad verplaatst is, in februari. De boeren kunnen hun Hollandse akkers bewerken, dat wel, maar verder ….

De boeren van Kieldrecht moeten blijkbaar iedere week met hun paarden naar een monstering komen waar de Duitsers de beesten komen keuren. Waarom? Om ze op te eisen, natuurlijk. Als dat zo doorgaat, zullen er op de duur geen paarden meer overblijven in Kieldrecht. Hoe moeten die akkers dan nog bewerkt worden?

E.H. De la Croix, 12 april 1916

In mijn vorig bericht beloofde ik u, waarde lezer, meer informatie over de situatie in de parochie Prosperpolder, alwaar den elektrieken draad zuidwaarts is verplaatst. Welnu, confrater Van Haelst is erin geslaagd me enig nieuws te doen toekomen. Nieuw-Arenberg, de helft van Rapenburg, heel den Ouden Doel en het gedeelte van Prosperpolder aan de overkant van de Carolusstraat zijn van pastoor en parochie afgescheiden. Het andere deel van Prosperpolder is bij Holland gevoegd. De inwoners van de Hollandse zijde moesten de verplaatsing van de draad bekostigen. De hele toestand veroorzaakt veel twist en tweedracht onder de nochtans zeer vredelievende bevolking, schrijft pastoor Van Haelst. De inwoners langs de Hollandse kant waren gered, maar de mensen van Rapenburg en in de Carolusstraat die op minder dan 100 meter van den draad wonen, moesten hun huizen ontruimen. Vooraleer de afscheiding definitief werd, heeft mijn confrater het bisdom verwittigd. Alle parochianen die buiten de draadversperring wonen, zijn tijdelijk toegevoegd aan de parochies van Doel en Kieldrecht.
Hoewel van België afgescheiden, blijft het uitgesperde Prosperpolder onderworpen aan alle Duitse verordeningen en opeisingen. De Duitsers hebben de heer Rotthier, de beheerder van de hertog, en koster Feremans aangesteld als dienstdoende burgemeester en secretaris. Zij moeten alle Duitse verordeningen uitvoeren. Levensmiddelen geraken vanuit Holland Prosperpolder nog steeds niet binnen, tenzij het gesmokkeld wordt. Aangezien de grens zeer streng bewaakt wordt, kan dit alleen maar gebeuren met veel last, veel moeite en veel gevaar…