Poperinge

Gravin Maria, 9 juli 1917

Mijn lieve René

Duizendmaal dank voor je lieve brief die ik enkele dagen geleden heb ontvangen. Ik wou onmiddellijk reageren maar helaas heb ik sindsdien nog geen minuutje voor mezelf gehad.
Het doet me heel veel verdriet te vernemen dat je kleine broertje ernstig ziek is. Laat ons hopen dat we heel snel positief nieuws over zijn toestand ontvangen. Ik heb een kaartje geschreven naar je mama via Holland; ik heb de goede zusters van Baarle-Hertog gevraagd het door te sturen. Ik voeg bij deze brief een Hollandse briefkaart. Misschien kan jij ze gebruiken? Stuur de kaart naar rue des claires 22 in B-H (1), ter attentie van zuster Julienne van het Heilig Sacrament – die me trouw schrijft – en als afzender vermeld je: Reneé Moretus, C.-straat 22. Het is beter je eigen naam niet te vermelden. Voeg aan het adres van je ouders in Antwerpen toe: (via Aachen). Misschien krijg je op deze manier een direct antwoord op al je vragen. Bovendien zullen ze ginder diep gelukkig zijn om je handschrift terug te zien!
Hoe jammer dat je ons niet kunt komen bezoeken, lieve René! Ik denk voortdurend aan jou en bid voor je!

Het leven dat wij hier leiden is opwindender en spannender geworden maar ook interessanter … Vorige week mochten we belangrijk bezoek ontvangen. Donderdag- en vrijdagmorgen werden we beschoten met obussen: de ene sloeg in aan een toegang tot het park en de andere bij het kleine klooster van de zusters. Helaas hebben we doden en gewonden te betreuren. Vrijdagnamiddag kregen we de eer de vader (2) te ontvangen van de persoon die we vorig jaar tweeëneenhalve maand te logeren hadden (3). Hijzelf was ook aanwezig. Allebei waren ze heel charmant en zeer lief voor de kinderen. De v. (4) heeft op zeer lovende wijze met ons gesproken. Je hebt er geen idee van hoe warm en eenvoudig hij is in de omgang! Bij zijn vertrek hebben François en Gitta hem een boeket rozen overhandigd. De K. (5) was zeer ontroerd. ’s Avonds is zijn aide-de-camps ons vanwege Z. M. (6) komen bedanken voor de onvergetelijke ontvangst die we hem op de L. (7) hebben gegeven.
Veel dorpen in de omgeving lopen leeg, de meeste buren zijn al vertrokken: de zusters van het Vogeltje die jij ook kent, vertrekken naar Saint-Jans-Capel (8). Indien het gevaar weer zou stijgen, zullen we enkele dagen in de kelders schuilen, maar momenteel is dat echt niet nodig.

Ik heb een briefje ontvangen van je broer Benoit met een foto die ik zeer geslaagd vind. Ik schrijf hem morgen. Besef je dat ik trots ben op jullie allebei? Jullie doen de naam Bergeyck alle eer aan en dat maakt me onbeschrijfelijk gelukkig. Ik bid tot God dat hij jullie allebei zegent en beschermt tegen alle mogelijke gevaren! Na de oorlog keren jullie allebei terug in de schoot van de familie, overladen met glorie en eer.

Ik omhels je innig, mijn lieve René,
tante Maria
(in haast)

Schermafbeelding 2017-07-09 om 11.59.23

Koning George V in overleg met zijn generaals in oktober 1915. Bron: http://www.forces-war-records.co.uk

Noten
Gravin Maria kan niet voluit schrijven, beducht als ze is voor de Engelse censuur. Ze gebruikt in deze brief meer afkortingen en omschrijvingen dan gewoonlijk:
(1) Baarle-Hertog
(2) de vader: koning George V van het Verenigd Koninkrijk (1865-1936)
(3) de Britse kroonprins Edward (1894-1972) diende tijdens de Eerste Wereldoorlog achter het front. Hij verbleef eerder, tussen mei en juli 1916 met het 14de legerkorps op het domein van het kasteel de Lovie in Proven. Zie ook de brief van gravin Maria van 14 juli 1916.
(4) de v. of voluit de vader
(5) de K. of voluit de koning
(6) Z.M. of voluit Zijne Majesteit
(7) de L. of voluit de Lovie
(8) Saint-Jans-Cappel, net over de Franse grens

gravin Maria – 21 maart 1917

 

Mijn lieve René,

Duizend maal dank voor je lange brief van 1 maart die ik niet eerder heb kunnen beantwoorden omwille van de voorbereidingen van het feest van de heilige Jozef.Dit jaar heb ik de hele organisatie op mij moeten nemen. Mijnheer Simons is hier niet langer om me te helpen. Enfin, het belangrijkste is dat ondanks alles, het feest goed is verlopen en dat je oom tevreden was.

Om een pakje naar ons te versturen, gebruik je bij voorkeur het adres van de chauffeur van de Eerwaarde Deken van Ieper, die hier heel dichtbij woont. Hier heb je zijn adres:

Mr. Remi Halsberghe
militair chauffeur van Mgr. Debrousser
Vogeltje – Poperinge

Volgens mij zal je pakje op deze manier ongehinderd kunnen arriveren en de jonge man in kwestie zal het zonder verwijl bij ons komen afleveren.

Benoit heeft ons een kort briefje gestuurd uit het ziekenhuis van Eu, maar ook daarop heb ik nog niet kunnen antwoorden; de arme jongen heeft het wel erg zwaar te verduren gehad onder die zware weefselontsteking!
Je foto en je brief zijn al geruime tijd naar België vertrokken, maar ik heb van tante Marie-Thérèse nog geen reactie ontvangen – uiteraard in de veronderstelling dat onze vermaledijde brieven niet getorpedeerd zijn!
Tante Phina heeft je ongetwijfeld op de hoogte gebracht van de geboorte van haar zevende zoon? We zijn gelukkig dat het zo goed gaat met haar, evenals met de kleine Emmanuel.

Ik houd ermee op, mijn lieve René. In afwachting van je nabije komst omhels ik je met heel mijn hart.

Je tante Maria – met veel haast –

Gravin Maria, 14 Juli 1916

Mijn lieve René

Hoe is je terugreis verlopen? Goed mag ik hopen? Wij waren zo gelukkig om je enkele dagen in ons midden te hebben, terwijl we nu betreuren dat die fijne dagen zo snel om waren.
Je hebt ongetwijfeld al vernomen dat de bombardementen op Poperinge maandagavond opnieuw zijn begonnen. Ze zijn de afgelopen dagen zeer gewelddadig geweest en ze houden maar niet op… voor geen ogenblik. Ik hoor die dodelijke granaten fluiten tot hier, achter mijn schrijftafel …
Maandag waren de kinderen net naar Poperinge vertrokken, maar ze zijn er niet aangekomen. Mademoiselle, Lilly, Linette en Gitta hadden net de stadsrand bereikt toen de aanval begon. Ze zijn onmiddellijk teruggekeerd. Mijnheer Simons en Baudouin Montens bevonden zich in het gevaarlijkste gedeelte van de stad, maar hebben het niet nodig geacht in een kelder te gaan schuilen. Helaas zijn er zoals steeds veel slachtoffers te betreuren, deze keer echter relatief weinig burgers.

Raymond en Joseph hebben me geschreven dat ze de 27ste naar huis komen. Ze zitten nu middenin de examenperiode en hebben geen tijd om aan hun correspondentie te werken. Gelukkig is Raymond hersteld van zijn ziekte maar hij vervloekt die drie weken die hij in het ziekenhuis heeft doorgebracht. Hij heeft er kostbare (studie)tijd verloren.

Baudouin Montens heeft ons het bezoek aangekondigd van twee hoge gasten die verbonden zijn aan de Belgische artillerie. Blijkbaar gaat het over de twee prinsen van Bourbon-Parma (1) die de P.v.W. (2) willen ontmoeten. Ik heb me laten vertellen dat ze heel charmant én bescheiden zijn.

Edward, de jonge prins van Wales, achter het front.

Edward, de jonge prins van Wales, achter het front.

Ik moet mijn brief afronden, mijn lieve René. Je oom en je neven en nichten laten je groeten. Ikzelf omhels je met al mijn liefde.

Tante Maria

Verklaringen:
(1) Sixtus (1886-1934) en Xavier (1889-1977), prinsen van Bourbon-Parma, waren leden van een politiek verdeeld hoogadellijk huis. Hun zus Zita was de laatste Oostenrijkse keizerin (1892-1989) en twee van hun broers streden tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Oostenrijkse leger. Sixtus en Xavier dienden aan de geallieerde zijde in het Belgische leger.

(2) P.v.W. (vertaling van Pce d.G.) staat voor de Prins van Wales. De Britse kroonprins Edward (1894-1972) diende tijdens de Eerste Wereldoorlog achter het front. Hij verbleef tussen mei en juli 1916 met het 14de legerkorps op het domein van het kasteel de Lovie.

 

Gravin Maria, 2 mei 1916

Mijn lieve René

Ik heb gisteren een brief van tante Phina ontvangen waarin ze ons de beste wensen van de hele familie overmaakt voor het paasfeest.

Ze voelt zich een beetje verongelukt omdat ik haar nog geen foto’s van de kinderen en de Lovie heb gestuurd. Ook in Folkestone keken de kinderen uit naar hun welverdiende vakantie. Tante Phina en oom Charles waren zeer benieuwd naar de resultaten van de examens en de proeven. Hoewel ze veel vooruitgang verwachten, vreest tante Phina dat ze toch niet zo goed zullen zijn als die van onze oudste jongens in Versailles.

De vastenbezinningen nemen er veel tijd in. De uitgeweken Belgen worden begeleid door abt Colle, de directeur van het college. Bidden is zo ongeveer het enige wat ze ginder kunnen doen, in deze trieste tijden. Veel bidden en hopen dat deze duistere krachten die Europa geselen, eindelijk een halt worden toegeroepen. Vertrouwen en alle harten hoog, dat is ginder  – gelukkig – de teneur.

Uit België geen nieuws, schrijft ze nog, maar dat mag niet verwonderen.

Hier gaat alles goed, ik schrijf je later nog uitgebreid, lieve René.

Alle kinderen groot en klein en je oom omhelzen je.

Ik stuur je zelf ook heel veel liefs,

Je tante Maria

gravin Maria, 24 april 1916

Mijn lieve René,

Ik ben zo blij dat je mijn fotootjes hebt ontvangen en dat ze je plezier doen. Bij een volgende gelegenheid probeer ik je er nog enkele te sturen. Het is inmiddels heel moeilijk geworden om aan fotografiemateriaal te geraken. Bovendien kan ik hier in huis niet ontwikkelen, noch afdrukken. Zodoende moet ik mijn fotoreeks waarmee ik 11 jaar geleden ben gestart, zo goed als stopzetten.

Dank je wel voor je brief, lieve René, en ook voor de nieuwtjes. Je schrijft dat je vertrek uit Auvours in de week van 8 april was gepland. Ik hoop maar dat je mijn brief nog ergens te velde ontvangt. Vergeet niet me te verwittigen wanneer je aan het front bent aangekomen. Ik zal zo gelukkig zijn je terug te zien, lieve René. Stel je voor dat het alweer drie jaar geleden is dat we elkaar voor het laatst zagen!

Overmorgen komen Joseph en Raymond thuis voor een vakantie van een tiental dagen. Wij verheugen ons daarop… en zij ook. Het was heel lastig om paspoorten te verkrijgen, het verkeer wordt hoe langer hoe moeilijker. Dankzij de vriendelijkheid van commandant van Tilt en generaal de Jonghe hebben we dan toch een speciale toelating ontvangen.

Wat kan ik vertellen over ons leven hier? Niet echt veel. Naar ons gevoel volgen de gebeurtenissen elkaar niet snel genoeg op om enige verandering in de toestand te kunnen brengen.

Het weer is prachtig, bijna heet. Dat ziet er dus goed uit voor de vakantie van de kinderen. Zo jammer dat dat nieuw leven in de natuur altijd weer gepaard gaat met de dood … Helaas domineert dat laatste het leven rondom ons. En de vooruitzichten zijn verre van geruststellend. Men heeft het over 4 tot 5 jaar oorlog!
Mijn lieve René, ik moet je snel weer verlaten, ik wil dat mijn brief vandaag nog kan vertrekken.
Je oom en neven en nichten zenden je alle liefs en ik voeg er een knuffel en een zoen aan toe.

Je tante Maria

gravin Maria, 28 maart 1916

Mijn lieve René

Ik was al enige tijd van plan je te bedanken voor je laatste brief, maar zo overbelast door mijn drukke briefwisseling, dat ik er tot vandaag niet toe ben gekomen.
Bij deze een welgemeende dank om ons op de hoogte te houden van alles wat jezelf aangaat, want alles wat jij doet, interesseert ons in hoge mate. Tante Phina heeft me je foto bezorgd – ben je erin geslaagd er een naar je lieve ouders te sturen? Wat zal hen dat een vreugde bezorgen! Ik wacht vol ongeduld op de dag dat je eindelijk bij ons op bezoek zult kunnen komen, mijn lieve René!

Ik begrijp dat het kampleven je niet meer kan begeesteren. Alle soldaten denken er zo over: ze verkiezen zonder uitzondering het front boven de opleiding.
Jean Ullens, je moet hem kennen, is aan de beterhand en heel tevreden sinds hij hier in de streek is gelegerd. In een paar maanden tijd is hij 12 kg bijgekomen!
Dankzij Louise d’Ursel en de prins de Ligne die hier aan het front verblijft, heb ik nieuws ontvangen uit bezet België. Mijn broer Benoit, die pastoor is in Etterbeek, is door de Moffen vier maanden lang gevangen gezet. De hele familie maakt het goed, maar is de despotische bezetting meer dan moe aan het worden.

Raymond en Joseph hebben me verteld van de brief die je hen hebt geschreven. Ze zijn er heel gelukkig mee. Je weet dat we hen enkele weken geleden hebben bezocht in Parijs? Ze waren vrij goed geluimd, niettegenstaande het strenge regime waaraan ze op school onderworpen zijn. De studies lopen vlot, ik ben werkelijk heel tevreden. Ik hoop dat ze in de paasvakantie – vanaf de 19de april – kunnen naar huis komen. Ik stuur je nog twee kleine fotootjes die ik vorig jaar heb genomen. Ik hoop dat ik je ermee een plezier doe.

Ik moet hier ophouden met schrijven, lieve René, maar niet voor ik je omhelsd heb en je alle liefs van ons allen heb overgemaakt,

tante Maria

Gravin Maria, 19 oktober 1915

Kasteel Couthof langs de huidige Couthoflaan gefotografeerd omstreeks 1900. Rond de vorige eeuwwisseling werd het kasteel bewoond door burgemeester baron Raoul Mazeman (Privécollectie; 'Westhoek verbeeldt') http://www.westhoekverbeeldt.be/afbeelding/7828e306-bbc5-11e3-a96f-7f03de76d281

Kasteel Couthof langs de huidige Couthoflaan gefotografeerd omstreeks 1900 (Privécollectie; ‘Westhoek verbeeldt’) http://www.westhoekverbeeldt.be/afbeelding/7828e306-bbc5-11e3-a96f-7f03de76d281

Lieve René,

Ik heb je onlangs een lange brief geschreven, maar ik begrijp uit je kaartje dat je die niet hebt ontvangen. Ik zal er moeten op letten om je meer banale nieuwtjes te sturen, want de censuur wordt hier steeds strenger. En dat is best begrijpelijk, gezien de omstandigheden.

Samen met de baron en de barones de Maeseman – onze buren – zijn wij de enige overgebleven kasteelbewoners in het kleine vrije België. Alle anderen zijn gedwongen geweest te vertrekken. Ik hoop dat we hier tot het einde van de oorlog kunnen blijven!

Mijnheer Simons vertrekt in de loop van volgende week naar het opleidingskamp en Raymond zou hem maar wat graag volgen. Hij is echter nog zo jong (16 jaar en 5 maanden), dus zal je oom zijn best doen hem van dat idee af te brengen. Raymond zelf droomt er echter van om zijn leraar te volgen, helemaal tot bij de artillerie.

Af en toe krijgen we op De Lovie het bezoek van jonge mannen uit Beveren die in de loopgraven zitten. We zien hen heel graag komen, want we leven hier ten slotte te midden van vreemden!

Tante Maria

Raoul Emmanuel Lucio François-Xavier, baron de Mazeman de Couthove (1854-1923), was burgemeester van Proven in opvolging van zijn vader Jules Maziman (1811-1879). Hij trouwde in 1889 met Mathilde van Outryve d'Ydewalle (1867-1945), dochter van senator en volksvertegenwoordiger Eugène-Edouard. (Privécollectie)

Raoul Emmanuel Lucio François-Xavier, baron de Mazeman de Couthove (1854-1923), was burgemeester van Proven in opvolging van zijn vader Jules Maziman (1811-1879). Hij trouwde in 1889 met Mathilde van Outryve d’Ydewalle (1867-1945), dochter van senator en volksvertegenwoordiger Eugène-Edouard. (Privécollectie)

Jozef Simons, 2 mei 1915

Oorlog in zijn volle betekenis

De beschieting van Poperinge is sinds enige dagen stilgevallen. De Duitsers sparen hun granaten zeker op voor de frontlinie … Gisteren en eergisteren keerden heel wat Poperingenaars terug naar hun huizen. Vandaag, zondag, leest een priester om 8 uur de mis in de Sint-Bertinuskerk en ik besluit er ook heen te gaan. Ik geniet van mijn wandeling, het is mooi weer, maar nog een beetje koel, zo vroeg in de ochtend.

In de getroffen stad zie ik daken zonder pannen en gebroken ruiten. In de Pottestraat kom ik langs een granaatput van zo’n 3 meter diep en met een omtrek van wel 30 stappen. De Grote Markt heeft weinig geleden, hoewel van een van de grotere huizen alleen nog een muur recht staat waartegen een bordje hangt: ‘vaccinatiebureel’. In de Sint-Bertenskerk zijn de pas herstelde ramen nog intact. Ze waren op 12 maart, bij een aanval met een Taube, aan diggelen gegooid.
Na de mis loop ik verder rond in de stad. Ze heeft minder schade opgelopen dan de Engelse pers liet uitschijnen. Vooral de Veurnestraat en de stationsbuurt zijn zwaar getroffen. Misschien moet het ergste nog komen?

Aan een pas heropende herberg troepen wat jonge mannen samen om een pint te pakken. Ze zijn tussen de 18 en de 25. Ze moeten zich voor 15 mei aanmelden en kijken ernstig. Ze zijn zich hier, zo dicht bij de frontlijn, maar al te goed bewust van de volle betekenis van dat vreselijke woord: ‘oorlog’.

 

Naar J. Simons, Schetsen en verhalen van een kanonnier, Excelsior Brugge, 1926. Deel I Brieven uit de oasis, p. 28-30

JOZEF SIMONS, 28 april 1915

Poperinge onder vuur

Oorlogsnieuws verwacht u van ons, uit Vrij België, van achter het front, uit de hoppestreek die nu lijkt op een reusachtig legerkamp waarin verschillende huids- en uniformkleuren in elkaar overlopen? Steeds moeilijker wordt het: mijn laatste brief, vol met interessante wetenswaardigheden over plaatsnamen, militairen en legeroversten is door de censuur verticaal geklasseerd. Ik onderneem nu een nieuwe poging, in de hoop dat dit bericht u wel bereikt.

Het belangrijkste nieuws van de week is voor ons een kwestie van leven en dood: sedert vorige vrijdag slaagt Frits erin om ons onder vuur te nemen. Dagelijks komen, met Duitse stiptheid, vier Oostenrijkse marmieten van kaliber 305 voorbij om drie kilometer verder neer te vallen, met een gekmakend gebulder te ontploffen en Poperinge te ‘vermoorden’. Gisteren en vandaag zijn er geen mensenlevens te betreuren. De stad is verlaten en in de vernielde Veurnestraat is de hop van de zolders op straat geslingerd.

Helemaal anders ging het er zondag aan toe. Toen viel de eerste bom op het gasthuis dat nog niet was ontruimd. De granaat scalpeerde een ziekenzuster, terwijl de vrouw die ze te drinken gaf, helemaal werd verpletterd. In diezelfde zaal vonden nog drie andere zusters en zes zieke burgers de dood…

 

Naar J. Simons, Schetsen en verhalen van een kanonnier, Excelsior Brugge, 1926. Deel I Brieven uit de oasis, p. 25-26