Auteur: Maria Cornet d'Elzius de Peissant

Epiloog

De brief van 7 januari 1918 is de laatst bewaarde die gravin Maria schreef aan haar neef René de Bergeyck. Nochtans bleef hij het hele voorjaar, zomer en najaar 1918 op post in de loopgraven aan het Belgische front. Wellicht zijn er brieven verloren gegaan. Het gezin van Maria Cornet d’Elzius de Peissant en Joseph de Brouchoven de Bergeyck is uiteindelijk toch niet de volledige duur van de oorlog in De Lovie kunnen blijven. In het voorjaar van 1918, wanneer de Duitsers tijdens het voorjaarsoffensief op 25 april de Kemmelberg veroverden, werd de situatie in Proven te gevaarlijk en sloegen vele buren, onder wie de paters van de Sint-Sixtusabdij, op de vlucht. Ook het gezin de Bergeyck nam, onder meer op aandringen van de Britse legerleiding, de wijk naar veiliger oorden. De familie verbleef tot het einde van de oorlog in Biarritz en Bagnères-de-Bigord in de Franse Pyreneeën en maakte zo met zijn allen de reis waarvan gravin Maria in haar laatste (bewaarde) brieven aan René gewag maakte. Eind 1918 keerde het gezin terug naar België, eerst naar Antwerpen en in de loop van 1919 weer naar De Lovie. De gravin schaarde zich achter de Vlaamse zaak en trad toe tot het beschermcomité voor de oprichting van de IJzertoren. In de zomer van 1919 onderscheidde de Engelse koning haar met de titel van Officier van het Britse Rijk, omwille van de grote diensten die zij Groot-Brittannië bewees tijdens de oorlogsjaren.
Gravin Maria d’Elzius de Peissant stierf op 15 februari 1923 in Oostende. Haar echtgenoot overleed een jaar eerder.

René de Bergeyck keerde niet terug van de oorlog. Hij sneuvelde tijdens het bevrijdingsoffensief in de vroege ochtend van 31 oktober 1918 in de gevechten om het Afleidingskanaal van de Leie te Zomergem.

René de Brouchoven de Bergeyck in militair uniform. Collectie Archief de Bergeyck

Gravin Maria, 9 januari 1918

Mijn lieve René

Ik heb zopas je mooie brief met je lieve wensen voor 1918 ontvangen. Je merkt met hoeveel vertraging je brief, gedateerd op 24 december, hier is aangekomen. Duizendmaal dank voor je berichten. Op mijn beurt stuur ik je onze allerbeste en allerliefste wensen voor het jaar dat nu begint … Och! Moge dit jaar de vrede brengen! Deze wens is momenteel universeel want tot in de verste uithoek van de wereld heeft men genoeg van de verschrikkingen van de oorlog!
Je moest eens weten hoeveel ik aan je denk, mijn beste René, in die allesoverheersende kou. Iedere avond voor het slapengaan, denk ik aan al die ongelukkige soldaten in de loopgraven. – Wat moeten zij op dit moment meemaken? – Werkelijk vreselijk! –
Sinds je kort bezoek aan De Lovie ben ik op de sukkel geraakt met een bronchitis en koorts. Gelukkig ben ik nu toch aan de beterhand. Ondanks de sneeuw en de vrieskou stellen je oom en de kinderen het zeer goed. Inderdaad, wij ondervinden hier nauwelijks iets van de oorlogsgruwel. Joseph en Gérard zijn acht dagen met vakantie thuis geweest en hebben van ’s morgens tot ’s avonds geschaatst. De kleintjes zijn er ook al mee begonnen. Je zou je grote vriend Loulou moeten kunnen aan het werk zien. Hij is op weg om een verdienstelijk schaatser te worden: hij beweegt voor- en achteruit en laat met het grootste gemak allerlei kunstjes zien!
We hebben een gezellig kerstfeest en een sfeervolle nachtmis meegemaakt: gezangen, viool, niets ontbrak eraan! De volledige staf heeft de drie missen bijgewoond, met een bewonderenswaardig respect en devotie.
Ik moet je verlaten, mijn lieve René. Ik word zo meteen geroepen voor het diner. Tot weldra, hoop ik! Ik wens je nogmaals het allerbeste en stuur je ook al mijn liefde. Ik omhels je teder, je tante Maria

Gravin Maria, woensdag 12 december 1917

Mijn lieve René
Duizend maal bedankt voor je lange en lieve brief van 5 december. Vergeef me dat ik je niet eerder antwoordde. Ik zou er zelf veel plezier aan beleefd hebben om per kerende post te reageren. Helaas hebben een griep en een bronchitis me enkele dagen aan mijn bed gekluisterd. Vandaag gaat het beter, maar de medicijnen laten niet toe dat ik het huis al verlaat.
Je kan je niet inbeelden hoe gelukkig we waren je hier enkele dagen in ons midden te mogen hebben. Wat jammer dat je dat niet vaker kunt doen. Ik verwacht nu het bezoek van Benoit. Tenminste als alles verloopt zoals gepland. Die arme jongen heeft nog niet veel geluk gekend sinds zijn aankomst aan het front.
Het feest van Sinterklaas is goed verlopen. De kleintjes waren uitzinnig van geluk.
Ik heb me vandaag nog kunnen onttrekken aan alle bezoeken en heb me teruggetrokken in mijn kleine zitkamer waar ik rust vind. Mijn hoofd doet te veel pijn om conversaties te kunnen verdragen.
De cinema van Pop heeft nog steeds heel veel succes. Mijn grote Loulou heeft gisteren zijn zussen vergezeld naar een filmvoorstelling en zijn schaterlach heeft de aanwezige Engelsen geamuseerd.
Tot ziens, mijn lieve René. Geniet van je korte verlof samen met die lieve Ben. Jullie verdienen allebei een beetje afleiding, dat is geen overbodige luxe.
Vel liefs van je oom, je neven en nichten, mijnheer Simons en liefdevolle kussen van je
Tante Maria

Gravin Maria, vrijdag 19 oktober 1917

Mijn lieve René,

Je lange brief van 11 oktober heb ik goed ontvangen. Ik heb met veel interesse je verslag van je reis naar Lourdes gelezen. Ik ben niet verbaasd dat je er zo’n goede ervaringen aan hebt over gehouden. Die indrukken zouden zelfs nog sterker geweest zijn, als je er was geweest in de periode van de grote bedevaarten. Die zijn werkelijk onvergetelijk. Ik hoop er binnen enkele weken heen te kunnen – ons vertrek dat voorzien was eind van deze maand, is uitgesteld – Raymond zal me vergezellen. Het weer kan echter nog roet in het eten sturen: ik moet toegeven dat het seizoen niet goed gekozen is. We zouden dezelfde reisweg willen volgen als jij, via Bordeaux, Bayonne en Biarritz. Hoe jammer dat we de reis niet samen met jou hebben kunnen maken. Dat zou pas leuk zijn geweest!
Ik ben opgetogen over het goede nieuws dat je hebt ontvangen van je lieve ouders en de kleine Albert. Wanneer zullen wij al onze geliefden ginder kunnen weerzien? De jaren gaan voorbij … voorbij … We zullen elkaar amper nog herkennen! Het leven is verschrikkelijk!
Benoit heeft me een lange brief geschreven. Hij lijkt me tevreden met zijn nieuwe post. Wat een geluk dat hij niet moest blijven waar hij was. Zijn gezondheid zou er helemaal aan ten onder zijn gegaan.
Stuur me gerust een lijst met alle spullen die je nodig hebt. Het is voor mij een koud kunstje om ze op je adres in Vinkem te laten bezorgen. Van zodra ik alle gegevens heb ontvangen zal ik er meteen werk van maken.
Tot binnenkort, lieve René. Je oom en neven en nichten sturen je alle liefs en ik omhels je met al mijn liefde,
Je tante Maria

Gravin Maria, 7 oktober 1917

Mijn lieve René

Vergeef me voor mijn late bedanking voor je lieve kaartje uit Lourdes. Het doet me plezier dat je zo opgetogen bent over je reis door dat mooie Frankrijk. Wat een geluk heb je gehad met het weer! Op dit ogenblik nadert de winter al voelbaar…
Ik hoop aan het einde van de maand samen met Raymond naar Lourdes te kunnen reizen. Ik ben echter bevreesd voor de koude! Zoals ik je eerder schreef, zal Raymond volgende maand wellicht dienst nemen en ik houd eraan om de speciale bescherming van de heilige maagd over hem te vragen. Om heel eerlijk te zijn, heb ik meer vrees voor het mentale gevaar dan voor het fysieke. Ik heb zo gehoopt dat de oorlog voor de winter zou afgelopen zijn, maar helaas staan we verder af dan ooit van de zo gewenste vrede. Ik denk zoveel aan jou, arme René, en aan al die beproevingen die je in de loopgraven moet blijven doorstaan! Hoe gaat het met Benoit? Zo jammer dat jullie nooit meer hierheen kunnen komen! Ik zou jullie zo graag terugzien!

Mijnheer Simons en zijn zus zijn zeer zwaar getroffen door het overlijden van een van hun broers in Oelegem op 15 augustus. Hij was pas 16 jaar. Ze hebben geen informatie over zijn ziekte noch over de omstandigheden van zijn dood. Ze stellen zich heel vragen over wat zo’n sterke, gezonde jongen mag overkomen zijn…
Met ons gaat het goed, goddank. Misschien heb je al vernomen dat we hier de afgelopen weken tot drie keer toe miraculeus aan het ergste ontsnapt zijn… Ik doe je later wel verslag over die onvergetelijke nachten.

Tot ziens, René!
Ik omhels je liefdevol
Tante Maria

Gravin Maria, 14 september 1917

Mijn lieve René

Duizend maal dank voor je lieve brief van de 6de en voor alle nieuwtjes – als je eens wist hoeveel ik aan je denk! Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik in gedachten bij jou en je lieve broer vertoef. Ik dank de Voorzienigheid dat hij jullie beiden tot dusver in bescherming heeft genomen en ik bid dat hij dat zal blijven doen, tot aan het einde … misschien zijn we ondertussen dicht bij het einde van deze beproevingen aanbeland? Misschien ben ik tè optimistisch gestemd, maar het lijkt me toch dat de stemmen die de afgelopen weken de vrede aankondigen, alsmaar luider klinken. Misschien wordt de vrede al snel getekend?

Ik heb nieuws ontvangen uit België via de zusters karmelieten van Baarle Hertog. Er zijn meerdere kaartjes bij van mijn broer Louis, maar niets van je lieve ouders die ik nochtans ook heb geschreven. Het is meer dan waarschijnlijk dat mijn kaartje hen niet heeft bereikt.
Wist jij al dat de vriend van mijn oom Jean, de oude van Delft, onlangs is overleden? De zusters vertellen dat hij de laatste sacramenten heeft ontvangen en als een goede christen is gestorven. Hoe erg is de dood van die arme Gaëtane van de Werve? Graaf H. d’Ursel zit gevangen in Duitsland. Hj slaapt op stro in een kleine ruimte, samen met 25 andere gevangenen. Ondanks dat ze voedsel toegestuurd krijgen, lijden ze honger. Tante Marie-Thérèse schreef me erover.

Tot ziens, René, geniet van je korte vakantie. Ik omhels je innig. Heel veel liefs van je oom en van alle neven en nichten.
Tante Maria

Gravin Maria, 4 september 1917

Mijn lieve René

Je lange brief van de 27ste heeft me, zoals steeds, enorm veel plezier gedaan. Ik bedank je uit de grond van mijn hart. Moge God zo goed zijn je blijvend te beschermen.
Wat een goed idee van je om deze maand naar Lourdes te reizen! Ik hoop dat je mij in je gebeden zult opnemen wanneer je daar bent aangekomen…

Hier gaat alles min of meer goed… Iedereen verkeert in prima gezondheid, wat toch het allerbelangrijkste is. Ik zou je zo graag enkele nieuwtjes vertellen, maar dat is nu helaas onmogelijk. Wat ik wel kan vermelden en wat je ook heel erg zal interesseren, is dat ik een brief van tante Marie-Thérèse heb ontvangen. De hele familie is in goede gezondheid maar het regime van de Duitsers weegt alsmaar zwaarder. Hypolite d’Ursel, haar oom, zit in Duitsland gevangen en met hem vele andere Belgen. 25 gevangenen leven samen in een piepklein kamertje. Ze slapen op stro. Hoewel de familie hen voedselpakketten stuurt, lijden ze honger. Verder vertelt ze nog dat een van haar nichten Van de Werve is gestorven evenals de ravissante Geneviève de Chastet.
De prijzen swingen de pan uit. In Brussel betaal je 32 frank voor een kilogram koffie, 25 frank voor een kilogram boter, 18 frank voor vlees, 5 à 6 frank voor een brood en 170 frank voor een ton kolen. De mensen kijken met veel angst de komende winter tegemoet. Hoe triest is dat. Niettegenstaande al die bommen en granaten, ben ik toch gelukkig met ons verblijf hier.

Ik heb nog steeds geen antwoord ontvangen op de briefkaart die ik naar je lieve ouders heb verstuurd, maar mijn broer Louis heeft wel geantwoord. Hij houdt zich ginder bezig met de ravitaillering.
Ik omhels je liefdevol, René, en stuur je duizend kussen van je oom en je neven en nichten. Dat God je mag beschermen.
Je tante Maria

P.S. Is Benoit met vakantie?

Gravin Maria, 25 augustus 1917

Mijn lieve René,

Dank je uit het diepste van mijn hart voor je lange brief van de 19de en voor alle nieuws dat je me schrijft. Wat een geluk dat je kleine broer Albert weer aan de beterhand is! Ik heb zelf ook een brief van aan je ouders geschreven – alweer enkele weken geleden – maar heb nog geen antwoord ontvangen. Als je nog Hollandse kaarten wenst, laat het me weten en ik bezorg je ze onmiddellijk en ook aan Benoit.
Als je eens wist hoeveel ik aan jullie beiden denk! Wij beleven momenteel heel angstige tijden omwille van diegenen die zich aan het front bevinden … Dat God jullie mag blijven beschermen!

Ik weet ondertussen dat Flori moest vertrekken in de week van de 15de maar wij hebben sindsdien geen nieuws meer ontvangen over zijn aankomst in het kamp. Zijn moeder schreef me dat hij vol enthousiasme is vertrokken, zoals alle jonge mannen van zijn leeftijd, zich niet ten volle bewust van wat hem te wachten staat. Ik hoop dat hij niet al te gedesillusioneerd zal geraken, de arme jongen! Zijn moed verdient in elk geval beloond te worden. Ik weet niet of jonge mannen van 18 jaar nog steeds hun legereenheid kunnen kiezen als ze op het punt staan om opgeroepen te worden? Men heeft ons verteld dat men niet langer vrijwilligers van die leeftijd aanvaardt? Had ik dat geweten, dan had ik me niet zo sterk verzet tegen het vertrek van Raymond. Het blijft echter zo dat indien hij in oktober zijn einddiploma zou behalen, hem dat ook in het leger voordelen zou kunnen bieden.

Hier gaat alles goed. God blijft ons beschermen. De obussen blijven uit sinds de laatste terugtrekking van de Duitsers, meestal zoeken ze dan een alternatieve manier om zich te wreken. Gelukkig is men er eergisteren in geslaagd twee van die kwaadaardige vliegtuigen te verslaan. Dat was een prachtig schouwspel midden in de nacht!

Men roept mij, lieve René. Ik omhels je liefdevol en blijf triest achter omdat ik je niet meer kan zien. Veel liefs van je oom en al je neven en nichten.

Je tante Maria

Gravin Maria, 31 juli 1917

Lieve René,

Ik heb zopas je brief ontvangen en wil niet al te lang wachten om hem te beantwoorden. .. Als je eens wist hoe ik met je meeleef en je gevoelens begrijp! En ja, op zulke momenten heb je behoefte aan liefdevolle aanmoedigingen… Wees ervan overtuigd dat jij en je broer Benoit geen ogenblik uit mijn gedachten verdwijnen: ik bid vurig voor jullie allen, ginder aan het front. Ik bewonder jullie en houd steeds meer van jullie … Dat God bij jullie mag blijven en jullie mag blijven beschermen! Laat ons hopen dat de overwinning niet meer ver af is: misschien is ze zelfs dichterbij dan wij beseffen?
Ik ben erg optimistisch gestemd bij het zien en het horen van wat zich rondom ons afspeelt … De Duitsers moeten het onwaarschijnlijk heet onder de voeten krijgen! De talrijke gewonde Belgen en gevangenen die daar vandaan komen zijn opgelucht dat ze er weg zijn. Het moet er vreselijk zijn!
Ik ben blij te lezen dat mijnheer Van Pée goed herstelt: maak hem asjeblieft mijn beste wensen over.
Je oom en je nichten en neven sturen je wel duizend kussen, mijn lieve René en ikzelf sluit je met heel, heel veel liefde in mijn armen.

Je tante Maria
– in haast! –

Gravin Maria, 25 juli 1917

Mijn lieve René,

Ik kan niet ophouden te denken aan jou en je broer … Stuur me zo snel mogelijk je nieuws, al is het maar een eenvoudig prentbriefkaartje; dat zal ervoor zorgen dat ik relatief rustig blijf en me niet buitensporig ongerust maak. Onnodig wellicht je te zeggen hoeveel ik voor jullie bid! Ik vraag God en Onze-Lieve-Vrouw onophoudelijk jullie te beschermen voor elk mogelijk gevaar gedurende de oorlog! Ondanks enkele alarmen, gaat met ons alles goed. Ik vertel je later nog wel over de recente gebeurtenissen. Ondanks alles, leiden we hier een interessant leven. Heb ik je al verteld dat onze collegejongens de 19de zijn thuisgekomen? Ze hebben mooie resultaten behaald. Je oom en ik zijn zeer tevreden. Joseph heeft de poësis afgerond met een eerste prijs in excellentie. Gérard is zevende van de 35 leerlingen, wat evenmin slechts is. Raymond heeft de humaniora beëindigd en bereidt zich voor op zijn eindexamen in oktober.Tot ziens, mijn lieve René, ik omhels je liefdevol.

Je tante Maria

N.B. Hoe gaat het met je vriend mijnheer Van Pée?