Mijn lieve René
Vergeef me voor mijn late bedanking voor je lieve kaartje uit Lourdes. Het doet me plezier dat je zo opgetogen bent over je reis door dat mooie Frankrijk. Wat een geluk heb je gehad met het weer! Op dit ogenblik nadert de winter al voelbaar…
Ik hoop aan het einde van de maand samen met Raymond naar Lourdes te kunnen reizen. Ik ben echter bevreesd voor de koude! Zoals ik je eerder schreef, zal Raymond volgende maand wellicht dienst nemen en ik houd eraan om de speciale bescherming van de heilige maagd over hem te vragen. Om heel eerlijk te zijn, heb ik meer vrees voor het mentale gevaar dan voor het fysieke. Ik heb zo gehoopt dat de oorlog voor de winter zou afgelopen zijn, maar helaas staan we verder af dan ooit van de zo gewenste vrede. Ik denk zoveel aan jou, arme René, en aan al die beproevingen die je in de loopgraven moet blijven doorstaan! Hoe gaat het met Benoit? Zo jammer dat jullie nooit meer hierheen kunnen komen! Ik zou jullie zo graag terugzien!
Mijnheer Simons en zijn zus zijn zeer zwaar getroffen door het overlijden van een van hun broers in Oelegem op 15 augustus. Hij was pas 16 jaar. Ze hebben geen informatie over zijn ziekte noch over de omstandigheden van zijn dood. Ze stellen zich heel vragen over wat zo’n sterke, gezonde jongen mag overkomen zijn…
Met ons gaat het goed, goddank. Misschien heb je al vernomen dat we hier de afgelopen weken tot drie keer toe miraculeus aan het ergste ontsnapt zijn… Ik doe je later wel verslag over die onvergetelijke nachten.
Tot ziens, René!
Ik omhels je liefdevol
Tante Maria