Kieldrecht

E.H. De la Croix

Haasdonk en het omliggende beleefde een trieste Kerstdag.
Het is nu officieel: de Duitse regering heeft de gemeenten Doel en Kieldrecht verantwoordelijk gesteld voor het deserteren van vele dienstplichtige mannen. De meesten zijn naar Nederland kunnen ontkomen, zoals ik u al eerder berichtte. De twee gemeenten moeten elk een boete van 3000 mark betalen. Terwijl zij het geld bij elkaar brengen, word ik hier clandestien op de hoogte gebracht van het nieuws dat de burgemeester van Melsele, de heer Joseph ‘s Heeren, gisteren is aangehouden en gevangen gezet. De gemeente slaagde er niet in de door de Duitsers vereiste hoeveelheid aardappelen te leveren. Hoe lang moeten we dit erbarmelijke bestaan en deze waanzinnige bezetting met zijn allen nog verdragen en volhouden?

Eerwaarde De la Croix, 28 november 1916

Het wegvoeren van jonge mannen blijft maar doorgaan. Officieel zegt de bezetter dat hij alleen werklozen wegbrengt om achter het front of in Duitsland te gaan werken, maar iedereen weet dat de lijn tussen werklozen en (tijdelijk) werkenden zeer dun is. Ook Kieldrecht ontsnapte de afgelopen weken niet aan de opeisingen van werklozen. Die werden naar Sint-Gillis getransporteerd om vandaar te vertrekken naar het Duitse front. Dat was teveel voor Kieldrecht! Een groot aantal jongelingen vertrok ’s nachts bij laag tij langs Doel en Ouden Doel via de Schelde en kwam – gelukkig! – in Holland aan. Ze vreesden noch het water, noch de kogel. In Nederland wilden ze het Belgisch leger vervoegen. Pas op maandagochtend ontdekten de Barbaren de vlucht. Uit Kieldrecht en Doel zijn alles samen wel 200 mannen gevlucht, zo vertelt men. Onmiddellijk moesten alle achtergebleven weerbare mannen voor het gemeentehuis verzamelen om naar Sint-Gillis te vertrekken. Een eerloze Duitse soldaat wandelde met een vriendelijke grijns op het gelaat langs de rijen: ‘Wees gerust, heb geen angst, ’t is alleen maar voor controle’. De bevolking van Kieldrecht was er getuige van hoe de jongens vertrokken, omringd door soldaten met geladen geweren. Voor zover ik heb vernomen, is nog niemand teruggekeerd.

E.H. De la Croix, 17 oktober 1916

Een bijzonder bericht is mij ter ore gekomen: naar het schijnt proberen hoe langer hoe meer Duitse soldaten de Nederlandse grens te overschrijden om zo aan het juk van hun eigen leger te ontsnappen. Het fort Sint-Marie te Kallo is bezet door de Duitse marine die toezicht uitoefent over de scheepvaart op de Schelde. Ergens vorige week is, naar men vertelt, in de vroege ochtend een sloepje met zeven Duitse matrozen van dit fort de Schelde afgevaren. Het vaartuig liep echter vast ter hoogte van Nieuw Namen, net voorbij de Nederlandse grens. Enkele boeren die hun akkers in de Hedwigepolder aan het bewerken waren, zagen het gebeuren en verwittigden de Nederlandse grenswachters. Die kwamen snel ter plaatse en haalden het sloepje naar de wal. De Duitse matrozen verklaarden uit koers te zijn geslagen door de mist. Toen zij echter de keuze kregen om ofwel terug te keren naar België ofwel geïnterneerd te worden in Nederland, kozen ze voor internering. Alleman is ervan overtuigd dat zij met opzet hun koers waren verloren. Wat denkt u ervan, waarde lezer?

E.H. De la Croix, 12 september 1916

Er is weer nieuws van aan de grens. Nadat de Duitsers in Prosperpolder de hele zomer lang paarden, hoornvee, varkens, kippen, boter, eieren en ten slotte ook de graanoogst hebben opgeëist, is daar vorige week een reusachtige machine gearriveerd. Het is een dorsmachine op stoom die alle opgeëiste granen moet dorsen.

Ze worden trouwens onvoorzichtig, de Duitse militairen die daar de grens en de draad moeten bewaken. Mijn informant had horen zeggen dat er aan de Hedwigepolder een Duits soldaat is geëlektrocuteerd. Overigens heeft hij ook vernomen dat het regiment dat de draad bewaakt – soldaten uit Saksen – eerstdaags wordt vervangen door een Beiers regiment. Of het het een iets met het ander heeft te maken, kon hij me niet bevestigen.

E.H. De la Croix, 20 juni 1916

Het is alweer enige tijd geleden dat ik u nog een bericht stuurde, waarde lezer. Hier in Haasdonk gebeurt niet meer zoveel, het leven gaat hier zijn bezette gang. Ik hang dus af van informatie die me van elders uit onze streek bereikt. Dat is niet eenvoudig, altijd clandestien, zonder dat de Duitsers hiervan lucht krijgen en steeds onregelmatig.

Deze week is mij ter ore gekomen dat in het uitgesperde gedeelte van Prosperpolder alle weerbare mannen – dat zijn diegene tot de leeftijd van 45 jaar – zich om de twee weken bij de Duitsers moeten aanmelden. Ze moeten hun eenzelvigheidsbewijs meebrengen om te laten afstempelen. Die controle dient om te beletten dat die mannen via Holland het Belgische leger zouden proberen te bereiken.
Met de voedselvoorziening is het er erbarmelijk gesteld. De parochianen van confrater Van Haelst mogen niets invoeren vanuit Holland. Daarom is er een plaatselijk Comiteit opgericht waarlangs alles moet geschieden. De mensen vragen zich werkelijk af waarom den elektrieken draad verplaatst is, in februari. De boeren kunnen hun Hollandse akkers bewerken, dat wel, maar verder ….

De boeren van Kieldrecht moeten blijkbaar iedere week met hun paarden naar een monstering komen waar de Duitsers de beesten komen keuren. Waarom? Om ze op te eisen, natuurlijk. Als dat zo doorgaat, zullen er op de duur geen paarden meer overblijven in Kieldrecht. Hoe moeten die akkers dan nog bewerkt worden?

De doorgangspoort in de elektrische draad te Prosperpolder

De elektrische draadversperring is in Prosperpolder een aantal keren verplaatst. Over één van die verplaatsingen, die van februari 1916, zijn we ingelicht dankzij de aantekeningen in het dagboek van E.H. Van Haelst, de pastoor van Prosperpolder. Op de foto verbroederen Duitse en Nederlandse grenswachters aan de streng bewaakte doorgangspoort, vermoedelijk in de Carolusstraat.

De elektrische draadversperring is in Prosperpolder een aantal keren verplaatst. Over één van die verplaatsingen, die van februari 1916, zijn we ingelicht dankzij de aantekeningen in het dagboek van E.H. Van Haelst, de pastoor van Prosperpolder. Op de foto verbroederen Duitse en Nederlandse grenswachters aan de streng bewaakte doorgangspoort, vermoedelijk in de Carolusstraat.

E.H. De la Croix, 12 april 1916

In mijn vorig bericht beloofde ik u, waarde lezer, meer informatie over de situatie in de parochie Prosperpolder, alwaar den elektrieken draad zuidwaarts is verplaatst. Welnu, confrater Van Haelst is erin geslaagd me enig nieuws te doen toekomen. Nieuw-Arenberg, de helft van Rapenburg, heel den Ouden Doel en het gedeelte van Prosperpolder aan de overkant van de Carolusstraat zijn van pastoor en parochie afgescheiden. Het andere deel van Prosperpolder is bij Holland gevoegd. De inwoners van de Hollandse zijde moesten de verplaatsing van de draad bekostigen. De hele toestand veroorzaakt veel twist en tweedracht onder de nochtans zeer vredelievende bevolking, schrijft pastoor Van Haelst. De inwoners langs de Hollandse kant waren gered, maar de mensen van Rapenburg en in de Carolusstraat die op minder dan 100 meter van den draad wonen, moesten hun huizen ontruimen. Vooraleer de afscheiding definitief werd, heeft mijn confrater het bisdom verwittigd. Alle parochianen die buiten de draadversperring wonen, zijn tijdelijk toegevoegd aan de parochies van Doel en Kieldrecht.
Hoewel van België afgescheiden, blijft het uitgesperde Prosperpolder onderworpen aan alle Duitse verordeningen en opeisingen. De Duitsers hebben de heer Rotthier, de beheerder van de hertog, en koster Feremans aangesteld als dienstdoende burgemeester en secretaris. Zij moeten alle Duitse verordeningen uitvoeren. Levensmiddelen geraken vanuit Holland Prosperpolder nog steeds niet binnen, tenzij het gesmokkeld wordt. Aangezien de grens zeer streng bewaakt wordt, kan dit alleen maar gebeuren met veel last, veel moeite en veel gevaar…

E.H. De la Croix, 16 februari 1916

In Haasdonk is het de afgelopen weken vrij rustig geweest, maar blijkbaar is dat helemaal niet het geval in Prosperpolder. Mijn bronnen die me al eerder inlichtten over de situatie in het streng gecontroleerde grensgebied – en wiens identiteit ik strikt geheim dien te houden – vertellen me dat de Duitse bezetter de grens heeft verplaatst. U herinnert zich wellicht nog mijn berichten over het afsluiten van de landsgrens met een elektrische draad. Welnu, in de nog jonge parochie Prosperpolder is die draad vorige week opgeschoven en wel op zulke wijze dat ongeveer 100 hectare van ons Belgisch grondgebied er nu achter ligt. In dat nieuw uitgesperde gebied ligt de kerk, de pastorij en menige huizen van burgers, werklieden en landbouwers. Mijn confrater, eerwaarde Van Haelst, is samen met een kleine 400 zielen van ons land afgescheiden (en van het overige gedeelte van zijn parochie). Hoe moet dat zo toch verder gaan? Van zodra ik meer informatie ontvang, breng ik u op de hoogte.

E.H. De la Croix, 25 januari 1916

Mijn informant van dicht bij de landsgrens wist me in het allergrootste vertrouwen te melden dat de Duitse bezetter het gemeentebestuur van Kieldrecht heeft bestraft met een boete van maar liefst 1000 mark. En dat allemaal omdat een landbouwer van de gemeente probeerde onder de paardenschouwing uit te komen. Hij beweerde dat zijn paard niet zijn paard was, maar dat van zijn broer die in Kallo woont. De burgemeester van Kieldrecht heeft te goeder trouw een attest afgeleverd waarin hij bevestigde dat de boer het paard tijdelijk van zijn broer had geleend. Hoe de Duitse legerleiding er uiteindelijk achter is gekomen dat het verhaal niet met de waarheid strookte, wist mijn bron niet te vertellen. De veroordeling heeft niet lang op zich laten wachten en de bestraffing zal in Kieldrecht hard aangevoeld worden. Het gaat in elk geval om een zeer verontrustende evolutie, als u het mij vraagt …

E.H. De la Croix, 23 oktober 1915

Affiche 'Seid verschwiegen. Achtung für Spionen!' S.d. (GAB Beveren- Waas, Oorlogsaffiches, WOI_18_13)

Affiche ‘Seid verschwiegen. Achtung für Spionen!’ S.d.
(GAB Beveren- Waas, Oorlogsaffiches, WOI_18_13)

Ondertussen heb ik van mijn bronnen die dicht bij de grens kunnen komen – hun namen mag en kan ik niet prijsgeven, u zult snel begrijpen waarom – meer nieuws ontvangen over de situatie in Kieldrecht. De Duitse tirannen zien blijkbaar overal sporen van mogelijke spionage. Zo bijvoorbeeld zijn alle huizen op Kieldrechts grondgebied van waaruit men de Hollandse grens kan zien, verdacht. De gebouwen die binnen een afstand van 200 meter van de grens staan, zouden zijn ontruimd. Ik heb mij laten vertellen dat naar schatting 1000 inwoners op straat zijn gezet en al hun haardsteden ontmanteld zijn. Intussen doen de gendarmes en ook een soort geheime politie huiszoeking na huiszoeking. Ze zijn op zoek naar koper, wol, etenswaren en naar smokkelaars van briefwisseling naar Holland. Ook naar personen die vluchtelingen over de grens smokkelen. Wee hen die ook maar een papiertje bij zich dragen met de groeten aan een oom of een tante: dat is spionage! Ze vliegen het gevang in, of worden verbannen naar Duitsland!