Vandaag heb ik een klein voorval. Mijn makkers komen langs en klagen dat zij hun rechthebbende tabak nog niet ontvangen hebben. De adjudant van onze compagnie, een goede ouden man, antwoordt dat zij tevreden mogen zijn nog wat tabak te krijgen. Tenslotte hebben zij hier geen recht op aangezien zij niet meer naar de loopgraven gaan. Omdat ik niet kan aanzien hoe men de eenvoudige soldaat wil beetnemen, kan ik het niet nalaten de adjudant om een weerwoord te vragen. Op zijn toelating zeg ik hem: Adjudant, het verwondert mij dat u – ondanks uw beperkte kennis van de geldende regelgeving – adjudant geworden bent; immers het soldatenreglement verklaart duidelijk en ondubbelzinnig dat in oorlogstijd iedere soldaat, zonder uitzondering, recht heeft op 10 gram tabak en twee sigaretten per dag, zonder te spreken van de druppel welke thans beter smaakt in de keel van de officieren dan in dien van ons. De adjudant reageert totaal verbouwereerd: Struyf, zijt gij zeker van wat gij daar vertelt? Ik herhaal mijn verklaring waarop de adjudant ons gezelschap schoorvoetend verlaat. Mijn vrijpostige uitlating wordt op luid gejuich en applaus onthaald.
s’Avonds als men ons de soep brengt, krijgen wij ons rechtmatige rantsoen van 50 gram tabak en 10 cigaretten! Onze chef verwittigt mij dat ik na de soep op de bureau moet komen omdat de kommandant mij persoonlijk wil spreken. Wat hangt me nu boven het hoofd? Ik bereid mij alvast voor op een uitbrander en tuchtstraf maar niets is minder waar! De kommandant verwelkomt mij zeer hartelijk, hij overlaadt mij met complimenten en vertelt hoe hij te horen heeft gekregen dat ik goed kan schrijven en rekenen. Deze kwaliteiten zouden uitstekend kunnen dienen bij de administratie op het bureel van de kommandant. Bovendien zou het schrijfwerk mij beter bevallen dan het wroeten en ploegen bij de genie. Daarom besluit de kommandant dat ik vanaf s’anderendaags op de bureau zou komen schrijven.
Omdat ik niet anders kan, neem ik dit aanbod aan, maar als de officieren denken mij hiermee te kunnen muilkorven en de kleine man doen te vergeten, dan hebben zij het goed mis!
Ja Daniël, dat is nu eens een echt voorbeeld van “wegpromoveren” . Hopelijk hou jij je aan uw woord !