Cécile, 21 november 1916

Dag Eléonore,

het spijt me, ik had in mijn vorige brief niet mogen uitvallen tegen jou en alle vluchtelingen in Engeland. Natuurlijk hebben jullie het ook niet gemakkelijk. Met verbazing las ik wat je schreef over al die Belgen die er in de oorlogsindustrie werken, ook vrouwen, om bommen en granaten te maken voor het Belgische leger, en hoe ze ziek en zelfs geel worden van de stoffen die gebruikt worden in die munitiefabrieken. Ook van dat Belgische dorp Elisabethville bij Birtley (Noord-Engeland) wist ik niks – daar wonen dus zo’n 7000 Belgen, zowel vluchtelingen als afgekeurde soldaten, in een aparte, houten barakkenstad, en zij werken er in een projectielenfabriek, opgericht door een Waalse industrieel. Dit vond ik wel wrang: de Belgische wetgeving is er van kracht en er wordt betaald met Belgisch geld – dat is heel wat meer dan wij kunnen zeggen! En jij gaat dus geregeld winkelen op Richmond Road, in de Londense wijk East Twickenham: daar staat het vol Belgische winkels. Ook al voor Belgen die werken in een munitiefabriek – hoe noemde je het, Pelabon Works? Ja, ik heb je brief goed bestudeerd, wat zou je willen. Het klinkt zo vrij allemaal; je hebt er echt geen idee van hoeveel geluk jullie in Engeland hebben. Je zou de taferelen moeten zien die zich hier afspelen als de Duitsers onze jongens en mannen oppakken en wegvoeren om voor hen te gaan werken – want daar zijn ze mee begonnen, je kunt het je niet voorstellen. Hopelijk laten ze Remi met rust, ik mag er niet aan denken…

Cécile

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s