Cécile, 6 maart 1917

Mijn lieve, lieve Remi,

tegen beter weten in schrijf ik je deze brief. Hij zal je nooit bereiken; ik heb immers geen adres om hem naar toe te sturen. Als bij wonder heb ik jouw brief wél ontvangen. Gisterenavond; opeens lag hij onder de deurmat. Je hebt geen idee hoe ik heb zitten huilen, de hele avond lang, en deze ochtend samen met Marie. Sinds je weg bent, ga ik dagelijks bij haar langs. Ze is altijd zo vriendelijk, en wat kan ze me goed opbeuren, al knijpt haar maag ook samen als ze aan jou denkt. We zouden er alles voor geven om te weten hoe het nu met je gaat en waar je bent. Laat je ons zo snel mogelijk je verblijfplaats weten, dan kunnen we je pakketten opsturen, dat mag, daar hebben we al naar geïnformeerd. Je ziet, we zijn je niet vergeten, Remi, en dat zullen we niet gauw doen ook. Nu je er niet meer bent, ben ik pas echt gaan beseffen wat ik voor je voel. Ik zie je graag, Remi. En Marie ook, op haar manier. Daarom laten we je niet aan je lot over, denk dat maar niet. Alles wat in ons bereik ligt, zullen we doen voor jou. En jij moet sterk zijn, en de moed niet laten zakken. Doe het voor ons, maar ook en vooral voor jezelf. En kom dan alsjeblieft heel gauw, maar vooral gezond en wel, bij me terug.

Je Cécile

One comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s