Auteur: Fredericus De la Croix

E.H. De la Croix, 15 september 1914

De Belgische militaire overheid heeft op het grondgebied van Haasdonk, op een strook grond die loopt van het fort van Haasdonk in de richting van het fort van Steendorp en noordoostelijk naar Kallo, 75 huizen en hoeves onteigend en afgebroken. Alle bomen en gewassen zijn er moeten verdwijnen. De soldaten zijn nu bezig met het aanleggen van versperringen en het graven van loopgrachten. De getroffen bewoners hebben een ander onderkomen moeten zoeken. Veruit de meesten konden terecht in huizen in het centrum van het dorp maar er zijn er ook die uit Haasdonk zijn weggetrokken.

E.H. De la Croix, 11 augustus 1914

De verschrikkelijke wereldoorlog is begonnen. Het Duitse leger heeft onze grenzen overgestoken en ons land aangevallen. De sfeer in Haasdonk is gespannen. Mijn parochianen zijn zeer vaderlandsgezind. 120 mannen zijn opgeroepen om in het Belgisch leger dienst te nemen. 15 anderen zijn hen gevolgd en hebben zich als vrijwilliger gemeld. De achterblijvers gaan veel vaker dan gewoonlijk naar de kerk en vragen naar de heilige sacramenten. Ze trekken dikwijls op bedevaart naar de heiligdommen hier in de omgeving: de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland in Melsele en de Onze-Lieve-Vrouw Heikapel net over de gemeentegrens met Sint-Niklaas. Haasdonk smeekt om Gods hulp en bescherming!