Beeldarchief

gravin Maria, 28 maart 1916

Mijn lieve René

Ik was al enige tijd van plan je te bedanken voor je laatste brief, maar zo overbelast door mijn drukke briefwisseling, dat ik er tot vandaag niet toe ben gekomen.
Bij deze een welgemeende dank om ons op de hoogte te houden van alles wat jezelf aangaat, want alles wat jij doet, interesseert ons in hoge mate. Tante Phina heeft me je foto bezorgd – ben je erin geslaagd er een naar je lieve ouders te sturen? Wat zal hen dat een vreugde bezorgen! Ik wacht vol ongeduld op de dag dat je eindelijk bij ons op bezoek zult kunnen komen, mijn lieve René!

Ik begrijp dat het kampleven je niet meer kan begeesteren. Alle soldaten denken er zo over: ze verkiezen zonder uitzondering het front boven de opleiding.
Jean Ullens, je moet hem kennen, is aan de beterhand en heel tevreden sinds hij hier in de streek is gelegerd. In een paar maanden tijd is hij 12 kg bijgekomen!
Dankzij Louise d’Ursel en de prins de Ligne die hier aan het front verblijft, heb ik nieuws ontvangen uit bezet België. Mijn broer Benoit, die pastoor is in Etterbeek, is door de Moffen vier maanden lang gevangen gezet. De hele familie maakt het goed, maar is de despotische bezetting meer dan moe aan het worden.

Raymond en Joseph hebben me verteld van de brief die je hen hebt geschreven. Ze zijn er heel gelukkig mee. Je weet dat we hen enkele weken geleden hebben bezocht in Parijs? Ze waren vrij goed geluimd, niettegenstaande het strenge regime waaraan ze op school onderworpen zijn. De studies lopen vlot, ik ben werkelijk heel tevreden. Ik hoop dat ze in de paasvakantie – vanaf de 19de april – kunnen naar huis komen. Ik stuur je nog twee kleine fotootjes die ik vorig jaar heb genomen. Ik hoop dat ik je ermee een plezier doe.

Ik moet hier ophouden met schrijven, lieve René, maar niet voor ik je omhelsd heb en je alle liefs van ons allen heb overgemaakt,

tante Maria

E.H. De la Croix, 16 februari 1916

In Haasdonk is het de afgelopen weken vrij rustig geweest, maar blijkbaar is dat helemaal niet het geval in Prosperpolder. Mijn bronnen die me al eerder inlichtten over de situatie in het streng gecontroleerde grensgebied – en wiens identiteit ik strikt geheim dien te houden – vertellen me dat de Duitse bezetter de grens heeft verplaatst. U herinnert zich wellicht nog mijn berichten over het afsluiten van de landsgrens met een elektrische draad. Welnu, in de nog jonge parochie Prosperpolder is die draad vorige week opgeschoven en wel op zulke wijze dat ongeveer 100 hectare van ons Belgisch grondgebied er nu achter ligt. In dat nieuw uitgesperde gebied ligt de kerk, de pastorij en menige huizen van burgers, werklieden en landbouwers. Mijn confrater, eerwaarde Van Haelst, is samen met een kleine 400 zielen van ons land afgescheiden (en van het overige gedeelte van zijn parochie). Hoe moet dat zo toch verder gaan? Van zodra ik meer informatie ontvang, breng ik u op de hoogte.

E.H. De la Croix, 25 januari 1916

Mijn informant van dicht bij de landsgrens wist me in het allergrootste vertrouwen te melden dat de Duitse bezetter het gemeentebestuur van Kieldrecht heeft bestraft met een boete van maar liefst 1000 mark. En dat allemaal omdat een landbouwer van de gemeente probeerde onder de paardenschouwing uit te komen. Hij beweerde dat zijn paard niet zijn paard was, maar dat van zijn broer die in Kallo woont. De burgemeester van Kieldrecht heeft te goeder trouw een attest afgeleverd waarin hij bevestigde dat de boer het paard tijdelijk van zijn broer had geleend. Hoe de Duitse legerleiding er uiteindelijk achter is gekomen dat het verhaal niet met de waarheid strookte, wist mijn bron niet te vertellen. De veroordeling heeft niet lang op zich laten wachten en de bestraffing zal in Kieldrecht hard aangevoeld worden. Het gaat in elk geval om een zeer verontrustende evolutie, als u het mij vraagt …

Kerstconcert op kasteel Cortewalle (1915)

Daniël Frans Struyf, 3 januari 1916

Nieuwjaar. Hoewel wij het oude jaar 1915 met vreugdekreten begraven hebben, is ook het nieuw aangezette jaar weinig hoopvol ingezet. De kanonnen bulderen onophoudelijk. Laten we hopen dat dit geen slecht voorteken is, we zullen moeten afwachten. …  Zoals gewoonlijk gaan wij terug aan het werk. Op aandringen van onze aalmoezenier zijn wij sinds enkele dagen met enkele soldaten na het werk begonnen met muzieklessen. Een Antwerpenaar, werkzaam in de School van de Koningin te Wulveringem, komt ons op de piano begeleiden. De lessen vinden plaats in de meisjesschool van de gemeente. Niet veel later voeren wij een tweestemmige mis uit in de kerk van Vinkem, tot grote tevredenheid van de almoezenier en de aanwezige burgers, die zulke mooie muziek in hun kerk nog nooit gehoord hadden.

Ik heb ook een andere slaapplaats gevonden. Samen met twee vrienden logeer ik in een kleine schuur. Het zijn heel brave mensen die hun huis hebben opengesteld voor vluchtelingen uit Antwerpen. Deze Antwerpenaren zeggen dat ze mijn zuster Marie goed kennen.  Als wij ’s avonds geen repetitie hebben, lees ik hen de gazet voor. Zij zetten dan hun ogen en oren wijd open en zijn verbaasd als zij merken dat ik de Franse krant al lezend naar het Vlaams vertaal.

Onze oude uniformen worden ook verruild voor een nieuwe kakikleurige uitrusting. Hierdoor zijn we helemaal onherkenbaar geworden. Volgens sommigen lijken we nu op de Engelse Tommies.

Wulveringem: op bezoek in 'School van de Koningin'

Op 2 september 1915 werd te Wulveringem een school opgericht voor de kinderen van de frontstreek, onder bescherming en patronage van koningin Elisabeth, en met hulp van miss Fyfe en gravin Marie Van den Steen, gravin de Jehay. De scholen in de frontstreek werden immers opgeëist door militairen en waren vaak het doelwit van beschietingen en bombardementen.

http://

Gravin Maria, 28 december 1915

Mijn lieve René

Van harte gefeliciteerd met het goede resultaat dat je behaald hebt op je examen. Je bent zeker gelukkig terug te zijn in Auvours? Toch doodjammer dat je niet naar Folkestone bent kunnen afreizen!
Ik heb via via meer nieuws uit Beveren ontvangen. Het schijnt dat de Duitsers nog steeds Beveren bezet houden. Ze willen dat wij en oom Charles en tante Phina naar huis terugkeren. Er is iets voor te zeggen, want we moeten dringend problemen gaan oplossen. Niemand durft tijdens onze afwezigheid belangrijke beslissingen te nemen. Tante Phina laat me weten dat oom Charles vastbesloten is om volgend jaar in maart of april terug te keren. Dat is nog lang natuurlijk! Wie weet in welke staat we onze eigendommen tegen dan zullen terugvinden. Wij maken ons zorgen, en tante Phina en oom Charles ook!
Onze kleine Ladislas heeft zijn eerste communie gedaan in de middernachtmis. Hij heeft heel speciaal voor jou gebeden. De kapel was goed gevuld: 31 aanwezigen en je nichten en neven hebben kerstliederen gezongen, begeleid door het harmonium. Heel geslaagd overigens! Op kerstdag was de hele familie (kleine François incluis) voor het vieruurtje uitgenodigd bij de korpsgeneraal die hier woont. We waren allemaal diep onder de indruk van een prachtige kerstboom bedolven onder de pakjes voor ons, voor de kinderen, voor monsieur en mademoiselle Simons en voor alle personeelsleden.
Ik ben benieuwd te vernemen hoe jij het kerstfeest in Auvours hebt gevierd?

Liefdevolle groeten van je oom en neven en nichten.
Tante Maria

E.H. De la Croix, 14 december 1915

De zusters van het klooster hebben een bewogen jaar achter de rug. Ik heb u er al meermaals over bericht. Zuster Tarsilla heeft zich waarlijk geweerd als een duivel. Onze Lieve Heer zal haar dat zeker wel vergeven. Twee maanden hebben de zusters Duitsers te logeren gehad. In die periode hebben ze twee maal geprobeerd ons klooster in te richten als krijgshospitaal. Ze eisten daarvoor met veel poeha al de mooiste zalen van het klooster op. Op geen enkele manier kon zuster Tarsilla hen van dat goddeloze plan afbrengen. Ten einde raad heeft ze zich tot de generaal gewend, die toen in het klooster van de congregatie van Sint-Anna op het Vlaams Hoofd verbleef. Gelukkig, want dat bleek de uitkomst: de moffen kwamen niet af met hun hospitaal en de zusters misten de beleefdheid hen uit te nodigen. Vervolgens zijn ze gespaard gebleven van hun onaangenaam gezelschap.