Remi, 25 augustus 1914

Stan, ik zit hier nu al zeker een half uur met je foto in mijn handen. De eerste dagen kon ik dat niet, ik was te boos op je, maar nu wil ik het begrijpen. Ik probeer het, ik doe mijn best, echt waar, maar het lukt me niet. Waarom ben je toch vertrokken? Je had gelijk: ze hadden ons land niet mogen binnenvallen. De koning had duidelijk nee gezegd. Maar om te vechten hebben we toch een leger? Waarom moest jij dan ook nog eens gaan? Je leek al net zo dronken als al die anderen. Je stond daar maar te lallen en te brallen en stoer te doen. Zat jij ook op deze oorlog te wachten? Ik niet. Dat mag je gerust weten. We hadden het toch goed? Wij twee, zij aan zij bloembollen planten, fruitbomen snoeien, wilgen knotten, waterpartijtjes aanleggen… Voor mij was dat genoeg. Voor jou dus niet. Nu zie ik dat. Stiekem wilde jij weg; zodra je kon ging je ervandoor. En mij liet je hier zomaar achter. Alleen. Wat moet ik zonder jou beginnen? En vake, met zijn lamme been, en moeke met haar halfblinde ogen? Je zult me wel niet geloven, maar in die korte tijd dat jij weg bent, zijn ze nog eens zoveel ouder en dunner geworden. Het lijkt wel of ze oplossen in de lucht. Als je niet vlug terugkomt, blijft er niks meer van hen over. Kom je vlug terug? Waar ben je? Zit je in het fort? Het zit er vol soldaten. Wat heb je al gezien en meegemaakt? Ik weet niet wat ik me moet voorstellen bij deze oorlog, en hoe jij in dat plaatje past, zie ik al helemaal niet. Ik zie alleen wat hier gebeurt. En hier is alles opeens anders. De mensen lopen er zenuwachtig bij, Stan. Opgejaagd. Overal zien ze spionnen. Je weet wel, Maurice, die altijd met zijn verrekijker zijn velden zit te bespieden opdat er niemand een biet zou uittrekken, die is opgepakt. Omdat hij spioneerde. Voor de Duitsers. Zogezegd. En daarnet hoorde ik vertellen dat er in het dorp een man is opgepakt omdat hij sigaretten uitdeelde aan de soldaten die hier voorbij trekken. Het zouden vergiftigde sigaretten geweest zijn! En toen ik vanochtend het boeket bij Borgelioen ging afgeven (mevrouw stond erop), zag ik dat sommige winkels leeg waren. En de kerk zat vol. Naar ’t schijnt wordt ook de kapel van Gaverland onder de voet gelopen. En de beeweg. Trouwens: het was Cécile die de bloemen aannam, en dat maakte me blij. Niet dat ze opeens vriendelijk was of zo, denk dat maar niet, maar voor een keer keek ze me niet aan of ik een vies beest was dat uit de riool kwam gekropen. Ze keek me gewoonweg niet aan. Net of ze hier niet was, maar ergens ver weg. Maar ze was nog altijd even mooi als anders. Tegen je foto durf ik zoiets wel te zeggen. Niet alles verandert. Maar goed, Stan, ik geef het op. Het wordt tijd dat ik ga slapen. Misschien begrijp ik je morgen. Misschien ook niet. Laat je snel iets weten? Of nog beter: kom vlug terug. Slaapwel, Stan, waar je ook bent. God sta je bij.

8 comments

    1. Beste Kyara,

      tot hier toe weet ik nog niets zeker over Stan, en die onzekerheid is zo afmattend.
      Elke dag kijk ik uit naar een brief of een kaart van hem.
      Hopelijk kan ik je in een volgend bericht goed nieuws melden.

      Remi

    1. Beste Mohammed,

      om heel eerlijk te zijn: ik had helemaal geen oorlog verwacht. Wie wel?
      En toen hij losbarstte, dachten we dat hij vlug gedaan ging zijn. Niemand van ons had ooit verwacht dat het vier lange jaren zou duren…

      Remi

  1. Hallo Remi, was het zwaar in de oorlog?
    Had je een huis om in te slapen in de oorlog?
    Was je je mama en je papa kwijt?
    Groetjes van Diëgo en Demir aan Remi

    1. Beste Diëgo en Demir,

      een oorlog is nooit gemakkelijk. Gelukkig heb ik altijd een dak boven mijn hoofd gehad.
      Ik heb me wel heel veel alleen gevoeld. Eerst vertrok Stan, mijn grote broer naar wie ik zo opkeek. En toen stierf ook mijn vader. Nog niet zo lang geleden was dat, zoals je hebt kunnen lezen. Sinds kort woont ook mijn moeder ergens anders, bij mijn oudere zus Henriëtte om precies te zijn. Maar ze stelt het wel, en dat is voor mij het belangrijkste. En gelukkig zijn er altijd mensen die je willen helpen en die het goed met je voor hebben. Soms zijn ze moeilijk te vinden, maar ze zijn er, geloof me. Ook dat heb ik mogen ondervinden.
      Mij wachten trouwens nog spannende tijden – maar daar kan ik nu nog niets over verklappen. Alles op zijn tijd, zei mijn moeder altijd, en zo is het. Volg dus zeker ook mijn volgende berichten!

      Beste groeten,
      Remi

    1. Beste Amber,

      ik wou dat ik je vraag kon beantwoorden. Helaas heb ik nog steeds niks van Stan vernomen. Ik weet helemaal niks van hem.
      Ik hoop nog steeds om vlug bericht van hem te krijgen. Maar zolang ik geen brief krijg met een zwarte rand eromheen om me te melden dat hij gesneuveld is, ben ik allang blij.
      Het blijft afwachten.

      Beste groet,
      Remi

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s