Wij bevinden ons op de trein in het station van Darnétal op weg naar Le Havre om vandaar te verschepen naar Oostende. Langs de spoorweg wuiven mannen, vrouwen en kinderen met hun zakdoek en wensen ons een behouden thuiskomst. Zij sporen ons ook aan geen medelijden te tonen met de Duitsers en er zoveel mogelijk uit te schakelen. Opnieuw regent het bloemen en sigarettenpakjes door de vensters van de trein – ook in Rouen werden wij, dappere kleine Belgen, feestelijk ontvangen en overladen met attenties en geschenken -, de kleine kinderkens gooien afscheidskusjes, wat mij aan mijn eigen kinderen doet denken. Mijn ongeduld is groot om opnieuw de vaderlandse bodem te betreden en onze Antwerpse makkers in de strijd te vervoegen. Ik heb ook een voorgevoel dat ik spoedig mijn teerbeminde vrouw en kinderen zal weerzien!