Stan, waarom laat je niks van je horen? Zit jij ook aan de IJzer? Ik wist niet eens waar dat lag, ik heb het moeten opzoeken in een oude atlas. Geloof je wel dat we het gebulder van de kanonnen daar soms tot hier horen? Vooral in de namiddag; dan moet het daar erg zijn. En staat het daar echt allemaal onder water? Hier ook nog steeds, sommige stukken. Of ben jij ook naar Nederland gevlucht? Ik heb horen zeggen dat er daar zo’n 30 000 Belgische soldaten in kampen opgesloten werden. Door de Nederlanders dan nog wel! Daar begrijp ik niks van. Of ben je gevangengenomen door de Duitsers en naar kampen in Duitsland gevoerd? In dat geval had je evengoed hier kunnen blijven. Hier is het al Duitsland wat de klok slaat. Overal zitten ze. In Haasdonk alleen al een paar honderd. In het Fort, maar ook in leegstaande huizen (van mensen die gevlucht zijn en niet zijn teruggekomen) en zelfs in huizen die nog bewoond zijn. Ook in het klooster en in de pastorij verblijven er; ze hebben er alles overhoop gehaald, meneer pastoor kon er niet om lachen. En in het kasteel zitten er ook. Meneer heb ik al even niet meer gezien. De laatste keer vroeg hij me om een kist te begraven in het park, niemand mocht het zien of weten; ik heb ze begraven, die kist, onder de beuk achter de oranjerie waar we zo graag onze boterhammen opaten. Hij was heel boos, meneer, weet je nog, omdat er zoveel Belgische soldaten bij hem ingekwartierd werden. Hij zou het nu eens moeten zien… De Duitsers zijn hier nu heer en meester. Op elk gebied. En ze zijn niet gemakkelijk, Stan. Nee, ze hebben geen huizen in brand gestoken en zomaar lukraak mensen gedood, het is niet gegaan zoals Fien heeft verteld. Maar ze doen moeilijk voor het minste. Het uur bijvoorbeeld. Dat is aangepast. Alle klokken moesten een uur vooruit gezet worden. We leven nu volgens de Duitse tijd. Dat willen ze toch. Natuurlijk doen wij dat niet. In stilte blijven we ons eigen uur gebruiken. In stilte, jawel. Als ze horen dat je het Belgische uur gebruikt, krijg je een boete. Kun je dat nu geloven? Je wordt voor alles gestraft tegenwoordig. Als je weigert Duits geld te gebruiken – dat moet nu – krijg je “ernstige moeilijkheden”. Als je met een zaklamp schijnt, denken ze dat je lichtsignalen geeft – aan wie of wat, weet ik niet. Ook dan word je gestraft “volgens de krijgswetten”. Duiven mag je ook al niet meer hebben; ze mogen niet meer uitvliegen en iedereen die er bezit, moet ze aangeven. Anders: gestraft volgens de krijgswetten. Wapens in huis hebben: zware straffen. (Al kan ik dat nog begrijpen.) Ook voor wie hout, bouwmateriaal of gereedschap meeneemt uit de loopgraven die de Belgen nog hebben aangelegd, zijn ze niet mals. Wie het vrijwillig terugbrengt binnen de opgelegde termijn, zal gespaard worden; dat beloven ze. Maar daarna mogen ze zomaar je huis doorzoeken, en o wee als ze iets vinden. En wie ze betrappen aan de loopgraven, wordt gewoon doodgeschoten. Dat staat allemaal op de affiches die ze aan het gemeentehuis ophangen. Ook wat we hen moeten komen brengen, staat daarop. Want ze hebben van alles nodig! Hooi, stro, noem maar op. En ze moeien zich met alles. Zo mogen boeren hun graan en aardappelen niet meer verkopen zonder toestemming. En hun vee mag geen roggemeel meer eten. Ja, Stan, zover gaat het. Niet moeilijk dat we niet meer op ons gemak zijn. Soms durf ik amper de deur uit. Boris is weggelopen, hoe of wat weet ik niet, hij lag altijd aan moeke haar voeten, met zijn snuit op haar tenen, en opeens was hij weg. Ik ben hem gaan zoeken, de hele streek heb ik afgelopen – tenminste, dat was ik van plan. Ik werd weggejaagd toen ik bijna aan Melsele-polder was (die staat nog steeds onder water, je weet wel, om de fortengordel rond Antwerpen dicht te maken) en sindsdien durf ik niet goed meer. Maar morgen ga ik naar de Borgelioens, een herfstboeket wegbrengen. Niemand heeft het me gevraagd, maar ik doe het toch maar. Dan weet ik of ze er nog zijn, en of alles goed gaat met Cécile. Laat jij me iets weten van jou?
