Liefste zus,
ik kom er wat laat mee aanzetten, maar ik wens je alsnog het allerbeste voor dit nieuwe jaar: een goede gezondheid, brave kinderen, warme handen en voeten en een vol bord driemaal daags. Ik hoop dat je gezellige feestdagen hebt doorgebracht, daar ver weg van ons. Dit was de eerste keer dat we kerst en oudejaar niet samen hebben gevierd, en ik vond het maar niets. Ik heb je gemist, temeer omdat ik ziek was en niemand had om tegen te klagen. Heb jij mij ook gemist? Nochtans: wees blij dat je niet hier was. Je weet wel, met die Duitsers in huis. Geloof het of niet, maar ze hebben een echte spar in papa zijn bureau gezet. En die hebben ze volgehangen met vergulde appels en peren, gouden ballen en strikken, slingers en kaarsen. Vooral die kaarsen stonden maman niet aan; zij zag ons huis al in vlammen opgaan. Maar veel valt er niet te zeggen aan die kerels, al hebben ze, toen ze merkten hoe overstuur maman was, beloofd dat ze die kaarsen niet zouden aansteken. Ze lachten ermee, het ging al spottend, denk niet dat ze het deden uit voorkomendheid of respect voor ons, maar goed, ze hielden zich aan hun belofte. En dat is al heel wat. Ze maken me ziek, Eléonore. Zo dikwijls ontvlucht ik het huis en sluit ik me op in mijn schuilhol dat ik ei zo na een longontsteking heb opgedaan in dat tochtige bouwval. Ik ben goed ziek geweest. Het begon de dag voor kerst en het heeft geduurd tot enkele dagen geleden. Even zag het ernaar uit dat het de verkeerde kant opging, maar nu gaat het beter. Dit is de eerste dag dat ik weer op ben. Waarschijnlijk klinkt het gek, maar eigenlijk kwam het wel goed uit dat ik net nu zo ziek was. Het bespaarde me heel wat heildronken en Duitse kerstliederen en vette worst – want zo vieren zij kerst, onze geëerde gasten, en ze waren zo gastvrij ons te betrekken bij hun feestelijkheden. Omdat maman en papa me niet alleen wilden laten, wilden ze niet naar nonkel Henri en tante Virginie – die hadden het trouwens ook heel druk, hun bakkerij blijft het meer dan goed doen. Er zat voor hen dus niets anders op dan thuis te blijven, bij onze Duitsers. Ik weet niet hoe ze het er vanaf brachten, maar gemakkelijk zal het niet geweest zijn, bang als ze zijn om beschuldigd te worden van “Duitsvijandig gedrag” of “daden tegenover de bezetter”. Gelukkig kon maman zich van tijd tot tijd uit de voeten maken om mij te komen verzorgen, want al die tijd lag ik in bed, rillend van de koorts, denkend aan hoe het vroeger was. En aan hoe jij in alle vrijheid – zo stel ik me dat voor – aan het feestvieren was, ver weg van ons. Die vrijheid benijd ik je. Ze is ons vurigste verlangen in deze sombere tijden. Niet alleen voor ons, maar ook voor jou, zodat je naar huis kan terugkeren – of op zijn minst iets van je kan laten horen.
Hopend op een beter jaar dan het vorige,
je zusje Cécile
Beste Cécile, blijf je maar goed verzorgen zodat je niet hervalt in uw ziekte !
Graag wil ik u en familie ook nog een gelukkig jaar toewensen (alhoewel dat in deze situatie voor jullie zeker geen gemakkelijke tijden zijn).
Toch wens ik jullie de warmte van een familieband, die ook naar je zus toe een mooie, gesloten kring vormt van samenzijn (diep in je hart);
Ernest
Van harte bedankt, Ernest, voor je opbeurende woorden, voor je niet-aflatende steun, voor je medeleven.
Het verwarmt mijn hart om te weten dat ik er niet alleen voor sta.