Ik heb Marie van onze Gust gezien, Stan! Heel even maar. Het gebeurde nogal stommelings; ik botste bijna tegen haar op in de Kloosterstraat, net toen ik van bij Cécile kwam. Marie werkt nu bij bakker Borgelioen op de Markt in Beveren. Hard werk, zei ze, maar wel plezant. Ik vroeg haar wanneer ze eens bij moeke en vake langskwam, maar daar antwoordde ze niet op. En toen ik haar vroeg of ze iets wist van onze Gust kon ze ook al niks zeggen. ‘Als ik iets weet, laat ik het je horen,’ beloofde ze, en toen ging ze vlug naar de bakkerij.
Hoe ze daar nog brood kunnen bakken is me trouwens een raadsel. De Duitsers nemen alles voor zich. Zo goed als na elke mis wordt er voorgelezen hoeveel kilo graan er die keer ingeleverd moet worden. En anders laten ze het uitbellen of afroepen. Overal hoor ik de boeren zeggen dat ze bijna niks meer in voorraad hebben; ze zijn niet eens zeker of ze wel kúnnen leveren. Nochtans… In Melsele (ook dat heb ik van horen zeggen) hebben de boeren onlangs meer dan 25 000 kg aardappelen aan Louis Franck kunnen leveren – dat is die schepen van Antwerpen, die zich nu bezig houdt met het Komiteit. Ik weet niet wat ik daar van moet geloven.
De laatste dagen is het hier nogal stormachtig weer. Bij jou ook? Er zijn telefoondraden afgeknakt. Dat zal wel weer een hoop gedoe geven, we zullen ze wel weer “gesaboteerd” hebben.
Fabrice zit in een lastige situatie, Stan. Zijn naam staat op de lijst met mannen die om de twee weken afgeroepen wordt op het dorpsplein. De Duitsers doen dat om te zien of ze er nog zijn en niet naar Nederland zijn vertrokken om zo naar het leger achter de IJzer te kunnen – iets waar Fabrice het ook wel eens over heeft. Het is nu zover gekomen dat mannen tussen 18 en 45 jaar geen pas meer krijgen om naar Nederland te gaan. Niet dat dat hen tegenhoudt; dan steken ze te voet de grens over, er zijn er genoeg die de achterafwegen kennen. Maar nu met dat Meldeamt is alles weer anders geworden. Als je naam afgeroepen wordt en je bent er niet, dan wordt je vader opgepakt, zeggen ze. En in jouw plaats naar Duitsland of Rusland gestuurd. Welke zoon doet zijn vader zoiets aan? Zoals je ziet, Stan: het is niet simpel om hier weg te geraken. Straks moet ik nog blij zijn dat jij al weg bent.