Daniël Frans Struyf, 13 april 1915

Eindelijk, het is 13 april 1915 en wij ontvangen het bevel om te verhuizen naar Ardres waar het depot van de Genie gevestigd is. Met zeventien collega’s vertrekken wij, zeer tevreden om weldra onze oude strijdmakkers terug te vinden. Na een vier uur durende mars komen wij in Ardres toe en krijgen een slaapplaats toegewezen bij een boer. Hier brengen we enkele dagen door. Voor het eerst sinds 1914 kunnen we een goed bad nemen, wat ons zeer goed doet. Vandaag worden wij bevolen om gedurende 24 uur de wacht te houden. Het is eerder een tijdverdrijf want ik geloof niet dat er hier enig gevaar bestaat. Als iemand de brug passeert moeten wij de papieren van de voorbijgangers controleren. Er zouden immers spionnen in de buurt rondlopen. ’s Nachts trekken wij met twee man tegelijk de wacht op. Alles verloopt naar wens. Rond 2 uur komt men ons aflossen. We gaan een lekker glas wijn drinken en trekken in de stad rond. In de verte horen we het onophoudelijke gedonder van de kanonnen (…)

Omdat ik geen tabak meer heb, koop ik hier een pakje en betaal het één frank tachtig voor 50 gram! Als ik hier nog lang moet blijven, zal ik gauw geruïneerd zijn! Ik verveel mij hier te pletter. Ik krijg zelfs goesting om terug te keren naar het front. Daar valt tenminste iets te beleven.

Gelukkig, ik krijg opnieuw een kaartje van Mr. Van Haaren. Enkele regeltjes maar, iedereen verkeert in goede gezondheid in Antwerpen! Ik schrijf ogenblikkelijk een lange brief terug waarin ik hem vraag of hij mij ook post van mijn echtgenote kan bezorgen, dat zou mij zeer gelukkig maken. Ik hoor opnieuw gedonder, de gevechten aan de IJzer zijn opnieuw begonnen. Wanneer zal deze vervloekte oorlog nu eindigen? Men zegt ons dat de Duitsers honger lijden. Als dat waar is, hoe zit het dan met vrouw en kinderen? Wij hebben genoeg om te eten. Ik werp hier vaak het eten voor de varkens; wat zouden mijn kinderen smullen als ze hier waren.

Vandaag delen ze sigaretten en tabak uit aan de soldaten en in de namiddag krijgen we nieuw ondergoed. ’s Avonds zijn we uitgenodigd voor de algemene repetitie van een benefietconcert ten voordele van de gewonde Belgische en Franse soldaten. Het belooft een zeer mooie voorstelling te worden. Om half elf gaan we slapen maar ik kan de ogen niet sluiten omdat ik voortdurend geplaagd word door ratten en jeuk. Bovendien krioelt het stro van de luizen. Daarom besluit ik om de rest van de nacht in de weide, onder de open hemel, door te brengen …

One comment

  1. Daniël, nu je goed gewassen bent, ruik je waarschijnlijk ook fris. Geniet hiervan en blijf maar wat slapen in open lucht, zodat de luizen en ratten je niet komen storen;
    Een brief van je echtgenote kan ik je niet bezorgen; wel de groeten van mij en van mijn gezin uit het jaar 2015. En met veel dank voor wat je voor ons landje deed zo’n 100 jaar geleden !

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s