Dag zus,
het is lang geleden dat ik nog van je gehoord heb. Hoe gaat het met je? Met mij gaat het wel. Remi is weer thuis. Het was raar om hem terug te zien. Ik had zo uitgekeken naar dat moment, en toen het dan eindelijk zo ver was, wist ik niet wat te doen. Hij zag er zo anders uit. Uitgemergeld. En kreupel. Met dat been komt het niet meer goed, vrees ik. Ik ga proberen om hem een baantje te bezorgen als tuinier in het weeshuis van de nonnen in kasteel Ter Gaever. Op veel anders zal hij niet kunnen rekenen met dat manke been van hem, maar dat moet wel lukken. Maar ik was wel blij natuurlijk om hem weer bij me te hebben. Maar dus ook raar en onwennig.
Waar ik ook blij mee ben: de lessen in de tekenacademie zijn weer begonnen. Natuurlijk heb ik me ingeschreven. Het doet zo’n deugd om me weer met tekenen en schilderen te kunnen bezighouden, je hebt er geen idee van. Maar weet je wat ook deugd zou doen: nieuws over jou. Mama en papa kijken er ook zo naar uit. Laat je snel iets weten?
Je ongeduldige zus Cécile