Alles is voor niks geweest. Eergisteren bereikte me het bericht dat mijn zus Eléonore in Engeland overleden is aan de gevolgen van een longontsteking. Het bericht dateerde van een maand geleden; toen was ik nog in de waan dat ze op me wachtte en bereidde ik mijn vlucht voor. Een vlucht die dus slecht is afgelopen. Wat er precies gebeurd is, weet ik nog steeds niet; ik denk dat we verraden zijn, anders kan ik het niet uitleggen. Ik ben niet eens tot aan de grens geraakt. En dan die dagen in de cel in de Kommandantur… Wat een vernedering. Blijkbaar weet iedereen ervan in het dorp. We worden met de nek aangekeken. Maar wat hadden ze dan gewild, dat vader me in die cel had laten wegrotten? Natuurlijk hebben hij en mama gedaan wat ze konden om me vrij te krijgen. Dat zou toch iedereen doen als hij dat kon? Hoe dan ook, ik kom niet meer buiten sinds dat voorval. Zelfs Remi mijdt me. Maar het geeft niet. Niet echt. En nu is zeker niemand in staat om ook maar iets van het verdriet weg te nemen dat me de laatste dagen overspoelt. Het is een reden te meer om me op te sluiten in dit huis vol herinneringen aan een betere tijd, dicht bij de kachel die gevoed wordt door de laatste orderboeken van vader, in een poging om met dat zielige beetje warmte de kou uit mijn lichaam te verjagen.
Dat is geen goed nieuws. Tijd heelt de wonden. iedereen heeft de laatste jaren veel moeten slikken. Veel sterkte. Hopelijk komt het toch nog goed met Remi.