Vandaag heropenen de zusters de school in Haasdonk. De lessen werden al op 1 augustus gedwongen opgeschort, omdat men de leslokalen opeiste om militairen te logeren te leggen: Belgen tot 8 oktober en vanaf 23 oktober Duitsers. De Duitse bezetter heeft moeder Tarsilla nu opdracht gegeven die schorsing op te heffen. Zij laat me weten dat de lessen voor vier klassen gewoon in de schoollokalen zullen hervatten. Twee andere klassen krijgen elders in het klooster een onderkomen. De twee laagste bewaarklassen blijven voorlopig dicht. De vijand eist immers dat vier schoollokalen te hunner beschikking blijven. Al met al een goede zaak, nu ook het grootste gedeelte van onze gevluchte parochianen teruggekeerd is.
Fredericus De la Croix
E.H. De la Croix, 12 oktober 1914
Ze zijn vertrokken, de Duitse soldaten. Naar Dendermonde. Ze hebben al mijn sigaren, een massa flessen wijn, een pot boter, mijn zakhorloge en nog wat andere kleinigheden meegenomen …
E.H. De la Croix, 11 oktober 1914
Antwerpen is gevallen! Eergisteren, vrijdag, heeft de stad zich na zware beschietingen overgegeven. Mijn parochianen zijn vanaf donderdag, bij het begin van het bombardement van Antwerpen, massaal op de vlucht geslagen. Ik denk dat 80% vertrokken is. Zelf ben ik – wat dacht u anders – op mijn post gebleven en samen met mij drie zusters. Alle andere zusters trokken met de ouderlingen en de wezen die in het tehuis worden verzorgd én met een beklemd gemoed het onbekende tegemoet. Even daarvoor hadden ze alle kostbaarheden van het klooster – monstrans, kelken, cibories, ornamenten van de kapel – in het gewelf van de kelder ingemetst. Maar hun ballingschap was van korte duur. Toen de zusters in Sint-Gillis-Waas arriveerden, hoorden ze de schrikwekkende kreet: ‘De Duitsers zijn daar … ‘. Als bij toverslag waren alle wagens gekeerd en keerden ze terug naar huis, naar hun klooster en mochten wij hen diezelfde avond nog weer thuis ontvangen.
Vannacht is het Duitse leger in Haasdonk aangekomen om het fort tot overgave te dwingen. Het fort, verdedigd door wel 200 soldaten, was al afgesloten van de andere forten rond Antwerpen. De commandant heeft een uur bedenktijd genomen vooraleer te capituleren, maar er restte hem geen keus: de Duitse overmacht was te groot. Hij is deze voormiddag, samen met zijn soldaten, als krijgsgevangene afgevoerd naar Antwerpen. Ik hoor vertellen dat er vannacht toch nog enkele soldaten zijn kunnen ontsnappen door al zwemmend de wal rond het fort over te steken.
Deze namiddag heeft een Duits legerkorps zijn intrede gemaakt in Haasdonk en de hele parochie bezet. Een generaal, vier officieren en zo’n veertig soldaten hebben zich in mijn pastorij geïnstalleerd. Ze blijven hier overnachten. De soldaten begonnen onmiddellijk alles overhoop te halen op zoek naar bruikbare spullen. Ik ben direct bij de generaal, een stuurse en botte man, een echte Pruis, klacht gaan neerleggen. Hij is gelukkig eerlijk, want ondertussen hebben de soldaten verbod gekregen de pastorij te plunderen.
E.H. De la Croix, 22 september 1914
Moeder Tarsilla vraagt me u te laten weten dat de zusters hier in het hospice sinds de eerste dag van die verschrikkelijke oorlog onafgebroken in de weer zijn met het verzorgen van zieke en gewonde soldaten. Sinds de bouw van het fort alhier, doet ons hospice dienst als krijgshospitaal. Vorige week lagen hier maar liefst 42 militairen! Helaas is één van hen overleden. Een jongen uit West-Vlaanderen, Romain Lahaye was zijn naam, pas 26 jaar, die bij de artillerie was. Bij de werken aan het fort raakte hij gewond. Ik heb hem voor hij aan zijn kwetsuren bezweek op 12 september, nog het heilig oliesel kunnen toedienen.
Overigens laten die soldaten zich weinig of niets gelegen aan het beoefenen van hun godsdienst. Hooguit twee gaan iedere ochtend naar de mis, en dan sluiten er nog een stuk of wat aan in de mis op zondag. Bedroevend.
E.H. De la Croix, 15 september 1914
De Belgische militaire overheid heeft op het grondgebied van Haasdonk, op een strook grond die loopt van het fort van Haasdonk in de richting van het fort van Steendorp en noordoostelijk naar Kallo, 75 huizen en hoeves onteigend en afgebroken. Alle bomen en gewassen zijn er moeten verdwijnen. De soldaten zijn nu bezig met het aanleggen van versperringen en het graven van loopgrachten. De getroffen bewoners hebben een ander onderkomen moeten zoeken. Veruit de meesten konden terecht in huizen in het centrum van het dorp maar er zijn er ook die uit Haasdonk zijn weggetrokken.
E.H. De la Croix, 11 augustus 1914
De verschrikkelijke wereldoorlog is begonnen. Het Duitse leger heeft onze grenzen overgestoken en ons land aangevallen. De sfeer in Haasdonk is gespannen. Mijn parochianen zijn zeer vaderlandsgezind. 120 mannen zijn opgeroepen om in het Belgisch leger dienst te nemen. 15 anderen zijn hen gevolgd en hebben zich als vrijwilliger gemeld. De achterblijvers gaan veel vaker dan gewoonlijk naar de kerk en vragen naar de heilige sacramenten. Ze trekken dikwijls op bedevaart naar de heiligdommen hier in de omgeving: de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland in Melsele en de Onze-Lieve-Vrouw Heikapel net over de gemeentegrens met Sint-Niklaas. Haasdonk smeekt om Gods hulp en bescherming!