Cécile, 14 mei 1915

Dag zus,

het is weeral even geleden dat ik je nog geschreven heb. Ik had er de puf niet voor. Ik mis mijn vroegere leventje. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer het me verbaast dat vorig jaar alles nog normaal was. Toen kon ik nog kletsen en lachen met mijn vriendinnen, nieuwtjes en weetjes uitwisselen – ze stelden niks voor, dat zie ik nu wel in, maar wat waren ze belangrijk toen! En toen vierde ik mijn verjaardag nog samen met hen. Nu zie of hoor ik niemand meer.

Heb jij aan me gedacht, vorige week? Om me wat op te vrolijken wilde maman een nieuwe jurk voor me laten maken. Maar nergens hadden ze nog zijdegaren in voorraad, en eraan geraken was onmogelijk. Zo was het bij Leontine hier wat verderop, en bij de zussen Van den Berghe in de Zandstraat. Straf, hè.

Ik heb dan maar papa’s fototoestel gekregen – je weet hoe lang ik dat al wilde! Maar net nu is ook fotograferen een hachelijke onderneming geworden. Alleen wie toestemming heeft, mag het, en dat zijn er niet zoveel. Camiel Van de Velde uit Haasdonk is er zo een, en meester Piet Staut en Franz Mertens hier bij ons. Maar ze mogen niet eender wat fotograferen. Pasfoto’s voor op de eenzelvigheidsbewijzen, uiteraard – ik heb nu ook zo’n hatelijk vod papier dat ik altijd en overal op zak moet hebben. Maar postkaarten of afbeeldingen van verwoestingen zijn verboden, en een foto nemen waar een van hen of hun installaties opstaat is natuurlijk ook uit den boze – tenzij ze het vragen. Ze palmen echt alles in. Je moest eens zien hoe ze zich geïnstalleerd hebben in kasteel Cortewalle. Rittmeister Zu Rhein zien we geregeld op zijn witte paard door het park paraderen net alsof alles van hem is! Ik zou wel eens willen weten wat de graaf en de gravin daarvan zouden denken.

Maman houdt zich steeds meer bezig met dat Komiteit. Ze is zelfs eens meegegaan om soep uit te delen in de scholen. Ze zag de kinderen er oorlogje spelen en hoorde ze spotliedjes op de Kaiser en zijn pinhelmen zingen. Riskant is dat. Met zulke zaken kunnen die mannen niet lachen.

En papa? Die wringt zich in alle mogelijke bochten om die pinhelmen niet te bruuskeren. Er gaat bijna geen dag voorbij of ze komen hier iets halen. Sigaren, likeur, wijn, noem maar op. Van alles het beste. En dan krijgt papa een bonnetje, dat hij kan inleveren om aan zijn geld te geraken. Maar het is altijd iets met die bonnetjes; ik denk niet dat hij al veel van zijn centen gezien heeft. Excuseer, Marken zijn het nu. Zo zie je maar: zij vinden de weg naar de winkel, onze vroegere klanten niet meer. Benieuwd hoe lang deze toestand nog gaat duren. Soms denk ik dat het voor altijd is. Wat denk jij?

Cécile

One comment

  1. Beste Cécile, neen ’t is niet voor altijd , maar ’t zal nog wel een tijdje duren !
    ’t Is niet plezant voor jou, maar ook niet voor zovele mensen hier in België. Er zijn nog vele mensen die het nog veel harder te verduren hebben dan jij. Dakloze mensen, arme mensen, hongerige mensen,mensen die constant in angst leven.
    Ik begrijp dat je je vroeger leventje mist…maar misschien kan jij uit deze situatie belangrijke levenslessen trekken (hoe erg deze situatie ook is) !

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s