Dag Stan. Was je nu maar hier. Dan kon je zien hoe mooi het park erbij ligt. Al dat frisse groen, al die bloemen. Weet je nog, dat bed meiklokjes en vergeet-me-nietjes dat je vorig jaar hebt aangelegd? Het is zo mooi geworden. Ook de lupinen en akeleien doen het goed, en de pioenrozen staan mooier dan ooit. Ik ga er een boeket van maken, voor Cécile. Ik heb gehoord dat ze op andere plaatsen geen bloemen meer mogen planten, enkel nog patatten en ajuinen en wortelen en kolen, maar hier… Als je al die pracht ziet, zou je nog vergeten dat het oorlog is.
Maar je moet niet te nauw kijken, Stan. Geen idee wat ze van plan zijn, maar het lijkt wel of ze hangars aan het bouwen zijn. Jawel, op het domein van het kasteel. Er wordt zelfs gezegd dat er een spoorlijn zal komen, dwars door het park. Ik kan het moeilijk geloven. Ik hoop maar dat ze die plannen niet doorzetten.
Ook met de duiven zijn ze wat van plan. Hun vleugels moeten geknipt worden. Hoe verzinnen ze het toch? Wat voor kwaads kunnen duiven nu aanrichten? Het is om spionage tegen te gaan, zegt Fabrice, duiven kunnen informatie overbrengen. Daar zit wat in natuurlijk, maar van spionage heb ik nog niets gezien.
Met Fabrice ben ik naar het schapenscheren gaan kijken. Binnenkort gaan we eens naar een paardenschouwing. De kippen van zijn broer, die boer in Vrasene, leggen nog maar een derde van de normale hoeveelheid eieren. Omdat ze geen graan gevoerd mogen worden, en omdat mais te duur is en moeilijk te verkrijgen. Ik denk niet de moffen daar rekening mee hebben gehouden toen ze hun regeltjes invoerden. Soms zou je denken dat die kerels maar wat opdoen. Zoals met hun stro… Je hebt er geen idee van hoeveel stro en hooi de boeren al hebben moeten inleveren.
Waait het bij jullie ook nog steeds zo hard? Hier zijn weer telefoondraden afgeknapt. Dat zal nog meer gebeuren als ze de pottekes aan de bomen blijven vastmaken en niet aan aparte posten, zegt Fabrice. Pientere kerel. Maar weet je, Stan, ik denk dat hij met louche zaakjes bezig is. Al dat heen en weer lopen over die grens met het Etappengebied, al de dingen die hij weet … Ik vind het soms wel raar. Gisteren hadden we het over brieven en post enzo en over hoe graag ik je zou schrijven maar dat dat niet gaat. En toen zei hij: het is niet omdat het niet mag, dat het niet kan. Hoe dan, vroeg ik. Niets is onmogelijk, zei hij toen. Maar ik heb geen adres, zei ik, wie weet hoeveel kaarten of brieven Stan al gestuurd heeft, maar geen enkele komt toe. Toen zei hij: ik beloof je dat zijn volgende post wel bij jou terechtkomt. En toen wist ik niks meer te zeggen. Ik wil het anders heel graag geloven. Laat je dus iets weten, Stan? Een kort bericht is al goed. Mét adres, zodat ik je kan terugschrijven.