Hoe zou het mijn gezin vergaan? Stellen mijn lieftallige kinderen het goed? Mijn beminde echtgenote en mijn schatten van kinderen moeten het nu al meer dan twee jaar zonder mijn aanwezigheid stellen. Zouden ze me nog herkennen, of niet? Ik blijf mezelf deze kwellende vragen stellen, opnieuw en opnieuw. Zwartgallige gedachten spoken door mijn hoofd. Die onzekerheid over hun lot knaagt aan me, het is verschrikkelijk! Via verschillende frontblaadjes sijpelen druppelsgewijs flarden van nieuws binnen over het moeilijke leven in het bezette België, over de slechte en onrechtvaardige behandeling van de bevolking door de Duitse bezettingsmacht, over de nijpende voedseltekorten. De berichten over de situatie in ons dorp Burcht stellen me weinig gerust maar het sterkt me in de overtuiging om vol te houden, om deze verdomde oorlog uit te zitten en te blijven vechten tot de laatste snik tegen den vermaledijde Duits. Wij zullen zegevieren en ik zal mijn gezin terug zien en in mijn armen sluiten. Enkel deze gedachte houdt me overeind.

Duitse jachtpatrouille, ingekwartierd in Burcht en Zwijndrecht. Collectie Guido Hullebroeck

Organisatie van volkssoep in Burcht. Collectie Guido Hullebroeck