Wat er in de Duitsers gevaren is, ik weet het niet. Van overal bereiken me berichten over jonge mannen die worden opgepakt en weggevoerd naar Duitsland. Ze moeten er gedwongen gaan werken in de oorlogsindustrie. Kwatongen zeggen dat de bezetter daarmee één van zijn meest prangende problemen oplost: die weggevoerden kunnen het niet meer in hun hoofd halen om alsnog te proberen het Belgisch leger te bereiken om zich onder het commando te plaatsen van onze geliefde koning Albert.
In Vrasene is vorige week een eerste groep mannen weggebracht naar Sint-Gillis, blijkbaar met geweld en mishandelingen. Een jonge moeder, in verwachting van haar zevende kind, die zichzelf ineens helemaal alleen zag staan om voor haar kinderen de kost te winnen, ging in de trein wanhopig op zoek naar haar man. Haar herhaalde smeekbeden vielen bij de Duitsers in dovenmansoren. Toen de andere opgeëisten zich bij haar aansloten, liet een Duitse geneesheer zich vermurwen en stelde men de arme opgeëiste in vrijheid.
De bezetter heeft in Vrasene voortdurend werklieden opgevorderd om aan de versterkingen te werken, ze worden er gruwelijk gepijnigd en verplicht te werken tegen hun eigen landgenoten en broeders. Ik verneem dat verscheidene van hen op de vlucht slaan of zich proberen te verbergen, al is het maar om één dag te kunnen ontsnappen aan hun beulen.