Mijn allerliefste zus,
ik was van plan om je te schrijven over de inbeslagname van wielbanden en biljartbanden uit rekgom of gutta percha, en van asbest, en van de reacties daarop. Ik wilde het hebben over de verplichte verduistering van ramen en deuren, over de instelling van een avondklok op zondag om tien uur en op weekdagen om negen uur, en over wat de mensen daarvan maken. Ik wilde je zelfs vertellen over de zaak van de vermeende Duitse gendarmen en over de beloning die de Duitsers hebben beloofd aan al wie meer inlichtingen over deze bedriegers kan geven. Maar nadat ik de brief heb gelezen die je werkgevers ons gestuurd hebben – en die al dateert van half augustus maar ons deze ochtend pas bereikte! – kan ik aan niets anders denken dan aan jou, die ziek en alleen in Engeland bent. Hoe gaat het nu met je? Ben je al beter? Wat scheelt er precies? In de brief werd nogal vaag gedaan over je ziekte, maar dat het ernstig is leiden we af uit het feit dat je heer en mevrouw de moeite namen om ons te verwittigen. In Engeland gaat het er waarschijnlijk beter aan toe dan hier, maar evengoed is het niet het moment om ziek te worden. Er sterven er zelfs aan een simpele verkoudheid, en dan al die besmettelijke ziektes waarvan we dachten dat ze uitgeroeid waren en die weer de kop opsteken. Ik mag er niet aan denken, Eléonore, dat jij… Ik wil naar je toe, zus. Ik wil je zien en je met mijn eigen handen verzorgen. Hoe ik het ga klaarspelen, weet ik nog niet, maar voor wie dat echt wil, is er altijd wel ergens een uitweg. Hoe dan ook zal ik mijn best doen. Doe jij dat ook, Eléonore. Wees sterk. Ik kom eraan.
Je liefhebbende zus Cécile
Hopelijk kan je vlug naar haar toe reizen. Wens haar vlug beterschap ! zorg ook goed voor jezelf, zodat je ook niet ziek wordt.