Cécile, 6 november 1917

Morgen vertrek ik. Ik heb iets geregeld, maar ik kan er niet over uitweiden, zelfs niet op dit onbeduidende vel papier. Je weet maar nooit wie het onder ogen krijgt. Ik ben zenuwachtig, maar tegelijkertijd vastberaden; ik weet zeker dat ik dit moet doen. Het zal lastig worden, en moeilijk, en gevaarlijk, dat ook, maar ik laat me niet tegenhouden. Ook niet door Remi. Zeker niet door Remi. Wat werkte die op mijn zenuwen, zeg! Ik had hem beter niks gezegd, en gewoon vertrokken zonder één woord. ‘Wacht toch, Cécile’, zei hij. ‘Het duurt niet lang meer. Je ziet toch ook de vliegtuigen die steeds talrijker over komen vliegen, op weg naar Antwerpen. Je hoort toch ook de bommen die daar vallen. Je ziet de zoeklichten van het afweergeschut tot bij ons in de donkere nachthemel. Dat betekent maar één ding: de Britten rukken op. Nog even, en je kunt zonder problemen of gevaar naar Engeland reizen.’ ‘Dan is het misschien te laat’, zei ik. ‘Ik ga, eender hoe. Met of zonder jouw hulp.’ Het is dus zonder zijn hulp geworden. Dat hij bezorgd is, tot daar aan toe, maar dat hij niet wil begrijpen waarom dit zo belangrijk voor me is, daar kan ik niet bij. Dat hij zo ongevoelig kan zijn. Dat hij me zo in de steek laat. Maar ik ga. Ik vertrek. Morgen.

One comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s