Hier zitten we dan. Mama en ik. Alleen. Gisteren hebben we papa begraven. Het was een sobere plechtigheid. Weinig volk ook. Remi, die was er. Ergens achteraan volgde hij de dienst, maar hij is ons niet persoonlijk komen condoleren. Het geeft niet. Ik apprecieer het echt dat hij de moeite deed om er te zijn. Je moet niet te veel vragen van de mensen.
Hoe het is gebeurd? De Spaanse griep, waarschijnlijk. Hij was sowieso sterk verzwakt door iets verkeerd te eten, dat is zeker. En dan ben je natuurlijk vatbaar voor van alles. Overal had hij pijn. Zijn hoofd, zijn borst, zijn hals, zijn buik, zijn benen – alles deed pijn. En die koorts… Tot 40° ging hij. Hij was niet de enige. Overal vielen mensen ziek, met bosjes gingen ze neer, de scholen sloten zelfs. Maar de meesten waren er vanaf na een dag of drie. Papa niet. Hij kreeg er een longontsteking bovenop. En daar herstelde hij niet meer van. ‘De Spaanse,’ zeggen de mensen. Ik zou het eerder de Duivelse noemen.
Nu maar hopen dat mama, die hem de hele tijd verzorgd heeft, het niet krijgt. Of ik heb straks helemaal niemand meer.

Niet alleen onze gasten zijn vertrokken. Ik heb de indruk dat de troepen veel sneller worden afgewisseld dan vroeger. Wat zou dat willen zeggen? Dat de Duitsers de controle aan het verliezen zijn? Dat er aan het front van alles aan de gang is? Er wordt veel gefluisterd, maar het fijne weet niemand ervan.
Dat moet hij gaan doen. Nu het een beetje naar lente begint te ruiken, moet hij bordjes gaan controleren. Alles om de opmetingen door de landmeters te vergemakkelijken! En het is nog niet eens 15 april. Hij moet erom lachen. “Ik wist niet dat je zo graag met mij naar de kreek wilt,” zei hij. Ik kon het niet uitstaan. Hij probeerde zelfs mijn hand te grijpen. Maar dat had hij gedacht. Ik rukte me los, en liep weg. “Ik wil naar de kreek,” mompelde ik gesmoord. “Dat klopt. Maar niet per se met jou. Ik wil hier gewoon het huis uit. Ik stik hier!” Dat laatste had ik willen uitroepen, maar ik deed het niet. Onder alle omstandigheden moet je jezelf onder controle kunnen houden. Zeker met Duitsers in de buurt. Hoe hoffelijk ze zich ook voordoen. Dat hij zich maar niks in het hoofd haalt. En dat hij maar gauw bordjes gaat controleren. Over vijf dagen is het 15 april, en dan moet elke boer in orde zijn. Stel je voor wat een ramp het zou zijn als dat niet het geval is.