Auteur: Daniël Frans Struyf
Daniël Frans Struyf, 16 maart 1915
Vandaag gaat er iets bijzonders gebeuren, je voelt het gewoon in de lucht hangen. Overal zien wij fris opgesmukte officieren en soldaten zeer opgetogen en ongeduldig heen en weer kuieren rond de Koninklijke Villa in de Panne. Rond 9 uur verzamelen de aanwezige soldaten en vormen een lange erehaag. Niet veel later komt onze Koning naar buiten, gevolgd door zijn voltallige militaire staf. Hij lacht de mannen vriendelijk toe terwijl hij hen groet. Hij gaat van man tot man en steekt ieder een ereteken (medaille) op de borst. Voor iedere gedecoreerde held heeft hij een goed woord en een vriendelijke handdruk. Wat een hartroerende plechtigheid, het geluk en de fierheid staan op het gezicht van de moedige en patriottische soldaten af te lezen. Ik tel een vijftigtal gedecoreerden, waaronder een Franse officier, twee of drie Engelse en een jonge Amerikaanse ziekenzorgster (in haar typerende oorlogskledij) die op gevaar van eigen leven gewonden van onder het Duitse schroot heeft gehaald om ze naar de achtergelegen hulpposten te brengen. Ook een priester ontvangt een decoratie uit handen van de Koning. Hij kan nauwelijks geloven dat hem zulke eer te beurt komt …
In een korte toespraak bedankt Zijne Majesteit de aanwezige soldaten namens gans de natie België en zegt fier te zijn om zulke moedige mannen onder zijn bevel te voeren. Na hen allen nogmaals vriendelijk gegroet te hebben, keert onze Belgische vorst terug naar zijn villa. De pas gedecoreerden verdwijnen met het hoofd opgeheven en weldra is alles opnieuw stil en rustig rond onze wacht.
Daniël Frans Struyf, 5 maart 1915
Ons werk zit erop! Wij worden afgelost door nieuwe soldaten en moeten enkel nog de wacht optrekken. Vandaag ontvang ik onverwacht een postkaartje uit Holland geschreven door een zekere Van Haren, met het hoopgevende nieuws dat mijn hele familie in Antwerpen in goede gezondheid verkeert. Wat een geruststelling! De briefsteller informeert ook naar mijn toestand zodat hij het thuisfront op de hoogte kan brengen. Ik schrijf mijnheer Van Haren dan ook een lange brief met het verzoek mijn beste groeten over te maken aan mijn vrouw, kinderen en gans de familie en hen te verzekeren dat het met mij nog steeds zeer goed gaat.
Daniël Frans Struyf, 27 februari 1915
Vandaag is het veldhospitaal compleet afgewerkt en word ik met enkele hulpkrachten naar Hoogstade-Linden gestuurd om er een opslagplaats voor hout te organiseren. De lading zal er met wagons toekomen. Onze opdracht bestaat er in om het hout te lossen en te bewaken. Het is twaalf uur wanneer wij toekomen en er staan reeds drie geladen fourgons op ons te wachten. Wij zijn verplicht om onze logies te nemen in een leegstaande varkensstal aangezien er elders nergens plaats voor ons is. Het is er vuil en het stinkt er. ’s Nachts lopen de ratten onverschrokken over onze gezichten heen. Omdat wij ons voortdurend vervelen en het materiaaltransport veel vertraging oploopt, gaan wij op zoek naar een aangenaam verdrijf om de tijd te doden. Onze slaapgelegenheid geeft tevens onderdak aan een smidse, zodat wij ons bezig houden met het vervaardigen van zelfgemaakte ringen uit Franse vijfcentmuntstukken. Op deze manier gaat de tijd wat toch wat sneller voorbij … hopelijk komt er vlug een einde aan deze verdomde oorlog!
Daniël Frans Struyf, 7 februari 1915
Met enkele collega’s ben ik vandaag naar Adinkerke gestuurd om er onder het bevel van de Engelsen te werken aan de bouw van een klein veldhospitaal waar de Engelse soldaten hun gewonden de eerste zorgen toebrengen alvorens hen door te sturen naar andere medische faciliteiten. Wij werken er enkele dagen tot grote tevredenheid van de Britse officieren, die ons zeer vriendelijk en goed behandelden en ons van tijd tot tijd snoepgeschenken bezorgen.
Daniël Frans Struyf, 3 februari 1915
Groot nieuws! De oudste klassen 1899, 1900 en 1901 worden vandaag ondergebracht in de hulpgroepen der Genie en zullen voortaan niet meer in de eerste vuurlinie meer moeten gaan werken, althans dat heeft men ons beloofd! Om 11 uur zeggen wij vaarwel aan onze oversten en jongere makkers van de kompagnie pontonniers en gaan over tot de eerste compagnie hulpgroepen der Genie. Voorlopig worden wij in de villa “Spiron” ingekwartierd en blijven wij dus in de onmiddellijke nabijheid van onze vroegere compagnie.
Nieuwpoort: ‘Triangular Wood’
Een beeld van het ‘Triangular Wood’ tijdens de Eerste Wereldoorlog. De naam is afgeleid van zijn vorm. Dit stukje bos bestaat nu nog, onder de naam Littobosje. het is gelegen langs de Canadaan, aan de rechterkant voor wie richting Oostduinkerke rijdt. Was het dit bos waar Struyf moest schuilen voor Duitse bombardementen? http://www.westhoekverbeeldt.be
Daniël Frans Struyf, 26 januari 1915
Om acht uur ’s morgens vertrekt onze compagnie naar Nieuwpoort om gedurende vier dagen medewerking te verlenen aan onze Franse bondgenoten. Er gaan immers geruchten dat de Fransen een groot offensief voorbereiden. Bij ons vertrek uit de Panne wordt de grote steenweg tussen Koksijde en Oostduinkerke opnieuw beschoten. Wij marcheren in een lange rij en laten bewust enkele meters ruimte tussen elkaar. Met veel geluk slagen wij erin om zonder slachtoffers het bos te bereiken, tot plots, een houwitser voor de voeten van mijn voorganger neerploft. Het slachtoffer, een jonge vrijwilliger uit Namen, slaat wild met beide armen in de lucht en valt dood voor mijn voeten neer terwijl zijn oudere broer, die hem voorafging, slechts licht gewond raakt aan de hielen. Wat is het lot toch grillig. Alweer blijf ik wonderlijk gespaard. Mijn strijdmakkers kruipen op handen en voeten naar de meest nabijgelegen loopgracht en ik volg wijselijk hun voorbeeld. Nauwelijks hebben we schutting gevonden of een nieuwe bom explodeert en doodt twee infanteriesoldaten. In alle haast ontvluchten wij de loopgracht en lopen in verspreide rangorde kris kras door het bos. Eindelijk om twee uur komen wij ongedeerd aan in Nieuwpoort. Wij worden ondergebracht in sterke, gewelfde kelders en werken onophoudelijk aan de vlotbruggen die de Fransen desgevallend zullen inzetten in hun aanval op de Duitse stellingen.
Kerstmis 1914 bezoekt het koningspaar Albert en Elisabeth de kapel van de Paters Oblaten in de Panne
Daniël Frans Struyf, 25 december 1914
25 december 1914. Het is dus Kerstmis. Vorig jaar nog zo‘n vrolijke feestdag, dit jaar weemoedig en droevig hier op het akelige oorlogsveld. Het sneeuwt en het is bitter koud, zo koud dat wij ons stro niet durven verlaten. We zingen samen het kerstlied ‘het is middernacht’ maar vallen terug stil wanneer wij denken aan onze familie in bezet België. Ook daar vieren ze Kerstmis, misschien zonder vuur in de kachel, wenend van honger en koude. De alomtegenwoordige stilte weegt zwaar op ons gemoed en hier en daar hoor ik diep gezucht en treuren. Om 10 uur gaan wij naar de kerk van de Paters Oblaten in de Panne om de Kerstviering bij te wonen. Vol godsvrucht zien wij de koninklijke familie de misgebeden volgen. ’s Middags krijgen wij enkele kleine geschenken aangeboden door onze vorstin, koningin Elisabeth. s’ Avonds rond 6 uur trekken wij opnieuw naar de eerste linie tussen St. Georges en Nieuwpoort en werken wij vlijtig door om de bijtende koude niet te moeten voelen. Rond vier uur ‘s morgens keren wij terug zonder ongelukken of gewonden. Wat een geluk.
![[© KIK-IRPA, Brussels (Belgium), cliché B106715] Print preview image Hoge resolutie Zoom Alle foto's van dit object Afbeelding downloaden Foto B106715 is enkel leverbaar na voorafgaandelijke toestemming van de eigenaar van het kunstwerk.Voor verdere inlichtingen: copyright @ kikirpa.be Fotograaf: onbekend Objectnaam:reproductie[fotografie], negatief z/w Productie datum :1917 - 1917 Terug naar resultaat Resultaat 11 / 19 Koning Albert I en Luitenant-Generaal Jacques reiken decoraties uit aan het 3de D.A.](https://beverenbezet.be/wp-content/uploads/2015/04/b106715.jpg?w=620&h=455)
